Winterfotografie volgens Krijn van der Giessen
Bevroren boomtoppen, vorst aan de grond en zacht zonlicht. De winter is een perfect seizoen om er met je camera op uit te trekken. Krijn van der Giesen weet er alles van. Tijdens de winter is Zweden zijn favoriet, maar ook in eigen land weet hij de mooiste winterplaten te maken. Wat is zijn geheim?
Tekst: Marijn Ruhaak | Fotografie: Krijn van der Giessen
‘Als je van winterfotografie houdt, moet je naar Zweden’, valt Krijn met de deur in huis. ‘In januari is het zachte licht daar bijna paars en liggen de besneeuwde bossen er prachtig bij.’ Krijn vertrekt minstens één keer per jaar met een kleine groep cursisten naar Zweeds Lapland. ‘Daar kun je op een steenworp afstand van de poolcirkel zowel overdag als ’s nachts optimaal profiteren van het fotogenieke winterlandschap’, legt hij uit. Natuurlijk heeft niet iedereen de mogelijkheid om in januari richting de poolcirkel te vertrekken. Gelukkig zijn er in Nederland ook prachtige winterbeelden te schieten. Mits je het goed aanpakt, weet Krijn. Waar moet je rekening mee houden? ‘In Nederland is het landschap minder gevarieerd dan in de herfst of lente’, vertelt Krijn. ‘Je moet dus een scherp oog hebben voor je compositie en op zoek gaan naar een extra element als een hekje of een dier in de foto om je beeld spannend te maken. De voorgrond is daarbij heel belangrijk omdat die in de winter leeg kan zijn. Door lijnen te gebruiken, kun je de voorgrond interessant maken. Je kunt natuurlijk ook een telelens gebruiken om de voorgrond ‘over te slaan’.
Sneeuwwit
Met een beetje mazzel kent de Hollandse winter een paar flinke sneeuwbuien. Hét moment voor fotografen om de wekker te zetten en op pad te gaan. Krijn ziet dat veel cursisten worstelen met de juiste instellingen. ‘Zodra er sneeuw komt, moet je een hele andere belichting kiezen dan je gewend bent’, legt hij uit. ‘Je camera kan niet zo goed omgaan met al het licht dat de sneeuw reflecteert, dus je moet hem een beetje helpen. Dat betekent dat je de belichtingscompensatie op +1 stop instelt. Op die manier voorkom je dat die mooie witte sneeuw in een grijze massa verandert. Hou wel in de gaten dat je niet te sterk overbelicht en de sneeuwvlokken hun kristalstructuur verliezen.’
Vijf tips van Krijn:
1 Bescherm je camera tegen vocht en condens. Wacht na het fotograferen een poos voordat je je lens van je camera haalt zodat de condens niet naar binnen slaat.
2 Stop een paar reserveaccu’s in je broekzak en wissel voordat de accu in je camera leeg is. Als een batterij opwarmt, raakt hij weer wat voller.
3 Fotografeer sneeuw met live-view zodat je je histogram goed in de gaten kunt houden.
4 Zet je witbalans op het wolkje zodat de sneeuw op je foto niet blauw wordt. Al kan blauw soms wel voor een koude sfeer zorgen.
5 Ga vroeg op pad. Dan heb je het mooiste licht en is de sneeuw nog helemaal gaaf, zonder voetsporen. Bepaal eerst je compositie zodat je de sneeuw niet kapot loopt.
Krijn van der Giessen
Krijn van der Giessen is professioneel natuurfotograaf en organiseert fotoreizen over de hele wereld. Als vaste bezoeker van Zweeds Lapland weet hij alles over winterfotografie.
https://krijnvandergiessen.com/
Lees meer
