Zo bouw je je eigen thuisstudio!

Tekst: Marijn Ruhaak | Fotografie: Bertina van Nieuwenhuizen

De beste plek

De meeste (zolder)kamers beschikken over minimaal één raam. Dat is mooi want dan kun je het invallende daglicht gebruiken. Het raam hoeft helemaal niet groot te zijn. Het is belangrijker dat je kijkt hoe het licht langs je huis loopt, voordat je bepaalt welke plek in huis je omtovert tot thuisstudio. Je werkt het beste met direct daglicht dat niet wordt gehinderd door bomen. Direct licht levert meer contrast op. Is er te veel daglicht? Dan kun je dit zachter maken met een vitrage bijvoorbeeld. 

 

Camera + objectief

Natuurlijk heb je een goede camera nodig. Ik werk met een Canon R6 en huur soms een R5 voor grotere prints. Welke objectief je kiest, hangt af van je beschikbare ruimte. Meestal kom je uit bij een 50mm lens. Een 85mm lens kun je vooral in grotere ruimtes gebruiken. Een 35mm is mooi, maar je moet uitkijken dat je beeld niet vervormt als je dicht bij je model komt. Lichtgevoelige objectieven zijn fijn om mee te beginnen. Bij thuisstudiofotografie zit je model vaak dicht tegen de achtergrond, met een 1.8 mm heb je dan nog een beetje scherptediepte. 

 

Achtergronden

Je kunt een aantal standaard achtergronden aanschaffen bij de fotowinkel. Ik gebruik zelf vooral de zwarte achtergrond en werk daarnaast met behang in verschillende kleuren. Dat heeft vaak een mooie structuur. Zorg wel dat je twee statieven in huis hebt en klemmen om de stroken behang aan te bevestigen. Heb je een donkere vloer? Werk dan met een reflectiescherm om schaduwen onder de kin te voorkomen. Witte papieren op de vloer, werken ook goed. 

 

Computer

Tegenwoordig kun je niet meer zonder een goede computer met lekker veel geheugen. Een Apple Macbook Pro bijvoorbeeld. Ik doe veel fine art en werk met talloze lagen in Photoshop. Daarom heb ik ook een extern scherm van LG. Tot slot kan ik niet zonder mijn Wacom tablet. 

 

Flitsers

Heb je geen daglicht? Zorg dan dat je ruimte donker genoeg is om flitsers te gebruiken. Dan kun je namelijk je licht helemaal zelf bepalen met je flitsers. Is er wel daglicht? Dan moet je sluitertijd omhoog. Bij een hoge sluitertijd, krijg je een zwarte balk als je met flitsers werkt. Let daarom wel op dat je een flitser met HSS-functie (High Sync Speed) hebt. Heb je die niet, dan moet je dus in een volledige donkere ruimte werken. En onthoud: stel je licht niet in zoals je doet als je met daglicht werkt. Je lampen bepalen het licht. Zet je iso laag, gebruik een sluitertijd onder de 200 seconden als je geen HSS hebt, bepaal je diafragma en stel dan pas je licht in. Ik gebruik de Godox AD200 en AD600 met losse trigger en een Elinchrom Deep White Paraplu. 

 

 

Dit is een artikel uit DigifotoPro 2.2024 Lees hem hier digitaal