Spionagefotografie vanuit de ruimte: hoe het ooit begon
Op de website van The Atlantic verscheen kortgeleden een artikel over de eerste spionage-satellieten van de Amerikanen, naar aanleiding van een door het National Reconnaissance Office (NRO) gepubliceerd stuk over deze indertijd 'top secret' projecten. Het doel van deze missies was duidelijk: er achter komen wat er in de Sovjet-Unie gebeurt.
Uitdaging
Ingenieurs stonden wel voor een grote technische uitdaging, een mogelijkheid om foto's in hoge kwaliteit direct naar aarde te verzenden bestond nog niet. De films moesten dus daadwerkelijk terug op aarde komen om te worden ontwikkeld.
Corona en Gambit
Het project begint in 1960 met de 'Corona', die in staat is foto's te maken en die vervolgens met een capsule terug te sturen naar aarde. Omdat de resolutie niet toereikend is, wordt niet veel later ook het Gambit-programma gestart. Deze satellieten hebben een brandpuntsafstand die drie tot zeven keer langer is dan die van de Corona-satellieten. Waar de Corona dus vooral geschikt is voor overzichtsfoto's, kunnen de Gambit-satiellieten gedetailleerde foto's leveren van specifieke locaties.
Een dwarsdoorsnede van de Gambit-3-spionagesatelliet. De capsule die terugkeert op aarde bevindt zich in de neus, daarachter zit een camera met spiegelobjectief.
Een groot nadeel is dat de satellieten maar één capsule beschikken die kan terugkeren naar aarde. Nadat de kilometers aan film zijn verbruikt, wordt deze teruggestuurd naar aarde en is de satelliet verder nutteloos. Lastig, zeker als je een Corona-satelliet nodig hebt om te weten waar een Gambit-satelliet foto's van moet maken.
Hexagon
In 1971 lanceert het NRO de eerste van twintig Hexagon-satellieten. Dit type satelliet heeft twee camera's met een extreem hoge resolutie, vier capsules die kunnen terugkeren naar aarde, ongeveer honderd kilometer aan film en kan eventueel nog worden uitgerust met een camera met lagere resolutie, maar een grotere beeldhoek en zijn eigen terugkeer-capsule.
De Hexagon-satelliet, met voorin de kleine camera met eigen capsule, daarachter de vier capsule's van de twee hoofdcamera's. Die camera's bevinden zich weer achter deze capsules.
Als een missie volbracht was en één van de vier capsules werd teruggestuurd naar aarde, werd een C-130 Hercules-vliegtuig gebruikt om met een grote haak de capsule binnen te halen. In 1986 loopt het Hexagon-progamma ten einde. Pas in december 2011 verliest het project zijn 'top secret'-status en worden de details door het NRO openbaar gemaakt.
Hexagon's gecompliceerde filmtransport-systeem.
Ondertussen in de Sovjet-Unie
Ook de Sovjet-Unie was volop aan het spioneren vanuit de ruimte. Van 1962 tot 1994 worden er zo'n vijfhonderd Zenit-spionagesatellieten de ruimte in geschoten. Meer dan van welk ander type satelliet dan ook. Er is niet bijzonder veel bekend over de Zenit-satellieten, al weten we dat de meeste typen vijf camera's aan boord hadden. Vier met een brandpuntsafstand van 1000mm en één met brandpunt van 200mm.
In tegenstelling tot de Amerikaanse satellieten keert bij de Russische varianten niet alleen de film terug op aarde, maar zitten ook de vijf camera's in de capsule. Recycling in oorlogstijd. De camera werden ontwikkeld in de optische fabriek van Krasnogorsk . Waarschijnlijk niet geheel toevallig ook de fabriek waar de bekende Zenit-spiegelreflex-camera's worden geproduceerd.
De Sovjet-Unie had de Zenit-satelliet. De bolvormige capsule keerde, inclusief de vijf camera's, terug op aarde.
Tegenwoordig
Over de huidige generatie spionagesatellieten is logischerwijs niet veel bekend. Wat we wel zeker weten, is dat de techniek heel veel beter is geworden en dat er geen films terug naar aarde worden geschoten. Wat er mogelijk is, bewijst het ARGUS-programma, een 1,8-gigapixel camera, bedoeld om te bevestigen aan onbemande vliegtuigen. Een vrijgegeven voorbeeldfoto laat zien wat voor een detail een 1,8-gigabyte foto kan bevatten. Over veertig jaar horen we van het NRO waarschijnlijk wel hoe we nu vanuit de ruimte in de gaten worden gehouden...