Wat gebeurt er in de camera bij het maken van een JPG?

Redactie DIGIFOTO Pro 4010

Zoals we weten, kun je op moderne camera’s kiezen of je een foto in JPG of in RAW maakt. De meeste fotografen weten inmiddels ook welke hun voorkeur heeft, en wanneer hij of zij liever voor de ene of de andere kiest.

Maar weten we ook wat er precies in de camera gebeurt op het moment dat er een JPG wordt opgeslagen? Dat is goed om te weten, om de verschillen helemaal te begrijpen en een weloverwogen keuze te maken.

JPG Compressie

Wanneer een foto op de camera in JPG gemaakt wordt, past de camera compressie toe. Dit betekent dat er een kleiner bestand uitkomt dan wanneer je een RAW foto maakt. De sensor van je camera is daarin belangrijk. Deze werken digitaal, dus de bestanden worden vertaalt naar enen en nullen. Zo’n een of nul noem je een bit. Fotografeer je in RAW, dan hebben de meeste camera’s 12 of 14 bits. JPG's werken met 8 bits. Omdat elke receptor die informatie opslaat binnen de sensor de beschikking heeft over een 1 of nul, is een 8 bit foto dus 2x2x2x2x2x2x2x2 = 256. Dat betekent dat er 256 waardes door te geven zijn: zoveel informatie zit er in het bestand of de foto. Er zijn dan 256 kleuren, of 256 verschillen in lichtsterkte door te geven.

Met de 12 of 14 bit van een RAW bestand, kun je je voorstellen dat die informatie vele malen groter is: 4096 kleurgradaties voor 12 bit en 16384 voor 14 bit foto’s. Hierdoor heb je meer informatie in hooglichten en schaduwen en komen kleuren beter tot hun recht in RAW bestanden: over het algemeen een hogere beeldkwaliteit.

Vertaling

Op de sensor van je camera wordt dus licht vastgelegd. De sterkte van het licht wordt gemeten, net als de kleur die gereflecteerd wordt. In een RAW formaat wordt die informatie eenvoudigweg opgeslagen. Bovendien wordt daar nog wat data aan toegevoegd, zoals witbalans en belichting. Bij een JPG wordt deze informatie uiteindelijk ook opgeslagen, maar de camera gaat er eerst mee rekenen. Uiteindelijk wordt er een conversie gemaakt, en informatie die door de camera niet nodig wordt geacht (omdat ons oog minder verschillen kan waarnemen dan de meeste sensors) wordt vereenvoudigd.

Welke kiezen

Een RAW bestand heeft een extra stap nodig in de nabewerking: de RAW converter. Dat is logisch, want JPG's hebben al een extra stap gemaakt in de camera. Het voordeel is, dat je in de nabewerking zelf kunt kiezen welke informatie je belangrijk vindt en hoe je de compressie uiteindelijk uit laat voeren. Maar, het fotograferen in RAW is wat zwaarder en kan in burstmodus langer duren. Daarom kiezen sommige fotografen in die gevallen voor JPG.

JPG is natuurlijk geen ‘slechte’ kwaliteit. Digitale camera’s zijn enorm goed en er zijn zat prachtige foto’s die direct als JPG uit de camera kwamen. Maar, als je zelf de controle over het beeld en de kleuren wil houden, kun je de compressie beter later doen en in eerste instantie voor RAW gaan. Zeker aangezien geheugenkaarten helemaal zo duur niet meer zijn.

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie