Review: Nikkor Z 85mm f/1.2 - Superieur bokeh-kanon

Review: Nikkor Z 85mm f/1.2 - Superieur bokeh-kanon

Dre de Man 3457

Een van de eerste Nikkor Z-objectieven was een 85mm in de lichtsterkte f/1.8, een objectief dat veel lof oogstte. Nikon heeft daar nu een f/1.2-versie aan toegevoegd. Zou dat objectief net zo goed zijn als de f/1.8, maar dan een stop lichtsterker?

Tekst en fotografie: Dré de Man - gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 2.2023

Voor Nikon is 85mm een belangrijke brandpuntsafstand. Een portret gemaakt door assistent Jun Miki met een Nikkor P.C. 85cm f/2 van Life-fotograaf David Duncan Douglas zorgde in 1950 voor het begin van de roem van Nikon. Daarna volgden in de loop van de (73!) jaren nog acht andere 85mm’s, als we kleinere type-wijzigingen niet meetellen, anders zijn het er minimaal twaalf.

Nu is er dan de Nikkor Z 85mm f/1.2. Voor de smallere F-vatting was het nooit mogelijk een dermate lichtsterke 85mm te ontwerpen. Als je de f/1.2 voor de Z-vatting bekijkt, zie je ook wel waarom: het achterste lenselement vult zelfs de enorme Z-vatting helemaal op. 

Een kleinere vatting, of een vatting met een grotere afstand tot de sensor, heeft een kleinere uittrede-pupil. Dat vormt niet alleen een beperking voor het ontwerp van zo’n objectief, maar is ook  bepalend voor de manier waarop bij zeer grote diafragma’s onscherpe cirkels op de achtergrond worden weergegeven. Met andere woorden: het bepaalt tot welk diafragma er sprake is van kattenogen-bokeh. Maar die afgeknepen vorm van de bokehballen geeft ook een indicatie van het bokeh van andere vormen. Hoe groter de uittrede-pupil, des te mooier is het bokeh. Overigens heeft de 85mm f/1.2 ook maar liefst elf afgeronde diafragma-bladen, wat in ieder geval een effect heeft op het bokeh bij f/1,2 en kleiner en er zijn ook nog andere aspecten van het ontwerp die het bokeh gunstig beïnvloeden. Let er overigens wél op dat je voor het allerbeste bokeh het elektronische eerste sluitergordijn uitschakelt: dat veroorzaakt net als de vatting ook een ‘afknijpend’ effect, al is het heel klein.

Het gevolg? Het bokeh van dit objectief is mooier dan dat van welk ander 85mm-objectief dan ook. Nu is bokeh deels subjectief, maar wanneer je ‘mooi’ vertaalt met de combinatie van rustige én grote vormen op de achtergrond, dan is dit objectief de ongekroonde koning. Het heeft zelfs een beter bokeh dan objectieven die gebruik maken van een apodisatiefilter. De reden daarvoor is dat zo’n filter niet alleen de lichtsterkte, maar ook de grootte van de onscherpe vormen op de achtergrond verkleint. Het bokeh van zo’n objectief met filter is daardoor wel mooi zacht, maar het ziet eruit alsof het met een kleiner diafragma gemaakt is: bokeh-ballen zijn bijvoorbeeld een stuk kleiner. Datzelfde effect, maar dan kleiner, zie je ook in vergelijking met een conventioneel objectief.

Om een idee te geven hebben we in DIGIFOTO Pro 2.2023 vier foto’s vergeleken waarbij dit objectief overduidelijk als beste uit de test kwam. 

Praktische inzetbaarheid bij volle opening

Wanneer je twintig jaar geleden een superlichtsterk objectief kocht, dan was dat een objectief dat bij volle opening maar heel beperkt inzetbaar was: scherpte en contrast waren niet om over naar huis te schrijven. Dat is bij dit objectief volkomen anders, zowel scherpte als contrast zijn al bij f/1,2 optimaal. 

En de scherptediepte? Op fora zie je vaak reacties in de trant van: bij een 85mm f/1.2 is de scherptediepte veel te klein, het puntje van de neus of de oren zijn nooit scherp. Nu gun ik iedereen zijn fetisjen maar voor normale portretten is het volstrekt irrelevant of het puntje van de neus nu scherp is en oren zijn al helemaal onbelangrijk – tenzij je oorbellen fotografeert natuurlijk. Alleen wanneer iemands gezicht onder een vrij grote hoek gedraaid is, heb je er behoefte aan om te diafragmeren, omdat dan een van de ogen duidelijk onscherp is. In alle andere gevallen kun je ook met een f/1.2 op volle opening werken, zie verder de foto’s bij dit artikel. Maar het blijft zoals altijd een kwestie van smaak: de een vindt het prachtig je aandacht getrokken wordt naar dat ene oog waar je in de werkelijkheid ook naar kijkt, de ander wil per se dat beide ogen scherp zijn. Bij foto’s van grotere afstand (bijvoorbeeld drie meter) speelt dat in ieder geval geen rol meer: daar heb je nog meer plezier van de groter achtergrondonscherpte en al helemaal geen last van een eventueel te beperkte scherptediepte. 

Bouw

In grote lijnen lijkt dit objectief qua bouw op zijn kleine broertje, de f/1.8. Geen Gauss-opbouw, eerder een redelijk gewoon teleobjectief voor spiegelloze camera’s met extra elementen en vooral met een vrij uitgebreid laatste groep en opvallen veel gekitte combinaties van convexe en concave elementen, dat verklaart ook het voor de lichtsterkte geringe aantal ED-elementen (1). Verder zijn er twee asferische elementen. Dat is weer opvallend want bij portretobjectieven zie je die minder vaak, omdat ze het nadeel kunnen hebben dat het gevreesde uienring-bokeh veroorzaken. Daar is hier geen sprake van: de bokeh-ballen zijn net zo schoon als bij de 85mm f/1.4G die geen asferische elementen heeft. Die asferische glaselementen van hoge kwaliteit zullen overigens wél een effect gehad hebben op de prijs van het objectief. Optische perfectie kost veel productie-uren en dat heeft een effect op de prijs. 

Praktijk

Ieder keer wanneer ik een f/1.2-objectief in de hand neem, valt me weer op hoeveel groter het is dan een f/1.4. Dat is natuurlijk gewoon natuurkunde, of beter wiskunde, want de oppervlakte van een cirkel is nu eenmaal pi r2. Wat dan ook iedere keer weer opvallend is; na een paar dagen lijkt het alsof zo’n objectief weer kleiner wordt. Je went er vrij snel aan. Vergeleken met een f/1.8 en zelfs met een f/1.4 (die is bij Nikon toevallig ook relatief klein) is het objectief gewoon groot, maar het is weer een stuk kleiner dan bijvoorbeeld een 70-200mm. Het past dan ook rechtopstaand in de fototas. Het objectief weegt overigens 1160 gram, net 35 gram minder dan de Canon-pendant en de diameter is ook op de mm af hetzelfde: wat Nikon en Canon ook onderscheidt, de wetten van de natuurkunde gelden voor allebei.

De grootte went dus snel. Wat niet went: het bokeh, het mooie contrast en de fraaie beeldoverdracht. In combinatie met de scherpte is dat een soort raadsel. Op de een of ander manier is het objectief zowel heel scherp als net niet té scherp. Misschien komt dat doordat objectieven die we wél als té scherp waarnemen, een iets te hoog contrast hebben in één richting, als een soort artefact. 

Zowel de MTF als de LAB-tests laten en heel hoog contrast zien, maar toch is de beeldoverdracht heel mooi. Huidoneffenheden worden niet overmatig scherp weergegeven. Bij de Nikkor Z 50mm f/1.2 S zie je iets soortgelijks, maar mede door de langere brandpuntsafstand en dus duidelijk kleinere scherptediepte is het effect hier een stuk groter. Nikon zelf heeft het over ‘overweldigend realisme’. Nu houd ik niet zo van marketing-kreten, maar hier zou het wel eens kunnen kloppen.

Lees ook: TIPA Awards 2023 - beste gear van dit moment bekendgemaakt

LAB

Hoe spannend dit objectief in het gebruik ook is, in het LAB is het nogal saai. In het LAB zien we namelijk in het hele beeld vanaf volle opening uitstekende scherpte en heel mooi microcontrast. Er is niet veel over het objectief te zeggen in technisch opzicht, anders dan dat het vrijwel perfect is. Eén opmerking moet daarbij wel gemaakt worden: we hebben het getest in combinatie met een camera met 45 megapixel sensor. Uit de MTF’s valt af te leiden dat het in combinatie met een sensor met aanzienlijk hogere resolutie, bijvoorbeeld 90 megapixel, wel baat zou hebben bij diafragmeren, maar uit deze testresultaten valt ook af te leiden dat het ook dan een superieur objectief blijft.

Kleurfouten, vertekening en vignetering worden automatisch gecorrigeerd door de software. Zonder correctie blijkt dat er geen kleurfouten terug te vinden zijn, dat de vertekening vrij gering is en dat vignetering wel duidelijk zichtbaar maar voor de lichtsterkte beperkt is.

Lees ook: Nikon valt drie keer in de prijzen tijdens de TIPA World Awards 2023

Conclusie

Iedereen die waarde hecht aan een superieure beeldoverdracht, zal heel veel plezier aan het objectief beleven. Tel daarbij de enorme scherpte bij alle diafragma’s op en je moet concluderen dat dit bijzondere objectief zijn geld dubbel en dwars waard is – althans voor wie ook exceptionele foto’s wil maken.
nikon nikkor z 85mm f/1.2 S

Beoordeling Nikkor Z 85mm f/1.2

  • Beeldkwaliteit 9,5
  • Bediening 9
  • Behuizing 9
  • Prijs/kwaliteit 8 

Adviesprijs € 3.349,- 
Info nikon.nl

Lees ook: Nu verkrijgbaar: DIGIFOTO Pro 2.2023 - Bruidsfotografie en urbex
afbeelding van Dre de Man

Dre de Man | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Dre