Review: Canon EOS R1
Meestal mag je bij een presentatie van een nieuwe camera, die camera maar heel even in je handen houden. Vandaar de grote populariteit van ‘hands-ons’. Bij de R1 (en R5 II) deed Canon het gelukkig anders. Een hele middag en nog een deel van de avond mochten we in München beide camera’s testen. Ik koos ervoor om me vooral op de EOS R1 te concentreren en dat werd uiteindelijk een echte test.
Tekst en foto’s: Dré de Man
Bijna alles draait bij huidige supersnelle professionele camera’s om de autofocus – en zeker bij de R1. Die autofocus is van een nieuwe generatie. Canon noemt het Dual Pixel Intelligent AF. De vorige generatie R-camera’s had ook al intelligente autofocus, maar officieel was dat Dual Pixel AF II. Bovendien is deze generatie (je zou hem Dual Pixel AF III kunnen noemen, maar Canon doet dat niet) echt een heel stuk slimmer.
Zo is bij de herkenning van personen niet alleen sprake van de herkenning van ogen en gezicht, maar ook van het hoofd, de bovenste helft van het lichaam en het hele lichaam. De camera’s kunnen niet alleen op die verschillende delen van een persoon scherpstellen. Dual Pixel Intelligent AF kan ook op de achtergrond verschillende mensen in de gaten houden, niet alleen de persoon op wie op dat moment scherpgesteld wordt. Dat kun je dan ook weer combineren met geregistreerde gezichten (10 sets van 10 gezichten, bijvoorbeeld basketballers, politici, actrices, enfin).
Een van de nieuwe mogelijkheden is 'Action Priority'. In deze modus herkent daarnaast automatisch veel-voorkomende acties en geeft voorrang aan het volgen van de actie in plaats van het volgen van één persoon. De camera kan dan bij voetbal, basketbal en volleybal acties herkennen steeds scherpstellen op de relevante personen die deze actie uitvoeren. Bij voetbal worden de volgende acties herkend en ondersteund: shoot, header, short pass, long pass, dribble, clear, place kick, save by keeper, throw in, sliding tackle. Bij basketbal zijn dat shoot, rebound, pass, dribble, free throw, jump ball en bij volleybal: spike, toss, receive, serve.
Verder kunnen de camera’s nu bij dieren ook paarden herkennen, bij voertuigen ook onder meer treinen. Uiteraard is diezelfde snelheid ook weer terug te vinden bij de serie-opnamen. Met de mechanische sluiter haalt de camera’s 12 bps. Met de elektronische sluiter is dat maar liefst 40 bps. Mogelijk wordt dat alles doordat aan Digic X processor een Digic Accelerator is toegevoegd. De DIGIC Accelerator is er vooral om de verwerking van grote hoeveelheden gegevens te ondersteunen, op basis van Deep Learning-technologieën. De combinatie zorgt niet alleen voor hogere prestaties en nieuwe functies op bij de automatische scherpstelling, maar ook bij continu fotograferen, ruisonderdrukking en zelfs bij in-camera ‘image upscaling‘.
Praktijk
De Canon EOS R1 heeft zeer uitgebreide AF-mogelijkheden. Je zou dus denken dat het ook een erg ingewikkelde camera is om mee aan de slag te gaan. Dat was meteen een van de aangename verrassingen van de camera. Na het kalibreren van Eye Control AF en het éénmaal doorlopen van alle instellingen wist ik hoe ik de knoppen zo kon instellen dat ik de voor mij belangrijkste instellingen in een oogwenk kon veranderen. Omdat ik niet dagelijks met Canon fotografeer, was dat des te overtuigender.
Daarbij wilde ik vooral snel kunnen kiezen tussen de verschillende onderwerpen die de camera bij tracking zou moeten herkennen én ik wilde action priority snel in en uit kunnen schakelen. Sluitertijd, diafragma en ISO-instelling kon dan weer snel via andere knoppen ingesteld worden. Omdat de tracking van de R1 zo goed is, hoef je niet heel erg kieskeurig te zijn bij de keuze van het gebied waarop de camera scherpstelt, maar ook die instelling wees ik aan een aparte kop toe.
Bij het in de hand nemen van de camera valt op hoe goed de camera geproportioneerd is. Misschien niet uniek in vergelijking met de R3 of bijvoorbeeld de Nikon Z 9, maar wel ten opzichte van de grotere body van de 1DX Mark II en aan de andere kant van camera’s als de Canon R5 Mark II en kleiner. Een camera met deze vorm kun je gemakkelijk urenlang vasthouden en hij is heel goed te combineren met grotere objectieven. De R1 is naar mijn smaak ook wat mooier van vorm dan de R3. Wat ook meteen aangenaam opviel: het grote en heldere zoekerbeeld. Dat is bij de R1 zelfs ca. 12.5% groter dan bij ander camera’s (0,9x) en dat is heel prettig.
Een ander ergonomisch voordeel van de R1 (en in dit geval ook van de R 5 Mark II) is een optie die ik van te voren als een gimmick had ingeschat: Eye Control AF. Maar bij het testen moet je vooroordelen opzij zetten en een open confrontatie met de techniek aangaan. Daarom begon ik de camera meteen te kalibreren en dat dan twee keer: een keer gewoon en een keer voor je oog dat niet precies heel dicht op het oculair zit. Daarna volgde meteen de grote verrassing: alsof de camera mijn gedachten kon lezen, was hij in staat om de juiste focuspunten te kiezen. Ook toen ik later mijn bril opzette bleef het werken. (Ik kan zonder bril ook goed door de camera kijken, maar kan dan weer niet in de verte kijken. Daarom wissel ik nogal eens.) Gelukkig mocht ik daarna kijken waar ik wilde zonder dat dat de scherpstelling overhoop zou gooien: Eye Control AF stelt pas weer opnieuw een scherpstelgebied in wanneer je je vinger van de ontspanner haalt. Bij snelle actiefotografie werkt het verbazingwekkend goed, sneller en eenvoudiger dan het met je duim verplaatsen van de scherpstelcursor/het scherpstelveld. Bij het fotograferen van een model bij een auto werkte met weer wat minder goed, maar misschien lag dat aan het feit dat ik soms naar andere delen van het beeld keek dan voor een perfecte foto optimaal zou zijn geweest.
Canon R1, 1/100s f/2,8, ISO 250, RF 70-200mm f/2.8L IS USM @ 200mm, originele jpg’s direct uit de camera. Eye Control AF leverde hier dankzij mijn concentratie op verschillende delen van het beeld drie qua scherpstelling heel andere foto’s op.
Na het kalibreren en instellen begon het echte werk: basketbal. De camera deed daarbij zowel met action priority als zonder prima zijn werk. Wel verruilde ik al snel de 24-105mm f/2.8 voor een 70-200 f/2.8. De vrij nieuwe standaardzoom bleek scherp en had een prima bereik – voor een f/2.8-standaardzoom zelfs een ideaal bereik tot de portretbrandpuntsafstand 105 mm. Maar voor veel onderwerpen werk ik liever met een 70-200mm f/2.8.
Gewapend met de 70-200 kon ik grote en snelle series maken met een voor mij ideale krappe beelduitsnede. Dankzij de elektronische sluiter haalde ik 40bps en hoorde je de sluiter uiteraard nauwelijks. Desondanks maakte ik geen enkele bijzondere foto, maar dat lag aan mijn gebrek aan liefde voor deze sport, niet aan de camera.
Daarna volgde breakdance. Aanvankelijk leek dat een beetje teleurstellend, omdat breakdansers minder snel en minder professioneel waren dan ik gehoopt had. Maar toen ik alter de eerste foto’s bekeek, zaten daar toch momenten tussen die fotografisch zeer overtuigend waren. Gelukkig had het viertal het beste voor het laatste bewaard: uiteindelijk slaagde ik erin een hele serie foto’s te maken van een man die gewichtloos door de ruimte leek te bewegen.
Canon R1, 1/1000s f/2,8, ISO 32.000, RF 70-200mm f/2.8L IS USM @ 115mm, licht bewerkt van jpg.
Canon R1, 1/1000s f/2,8, ISO 16.000, RF 70-200mm f/2.8L IS USM @ 70mm, licht bewerkt van jpg.
De camera volgde alle oefeningen trouw. Wel liep de buffer vrij vaak vol. Opvallend was dan weer dat hij óók heel snel weer leeg was. De Sandisk ExtremePro kaart die bij de camera’s zat, leek wat langzamer dan de kaart die ik bij andere gelegenheden met bijvoorbeeld de Nikon Z 9 gebruikt had. Maar zie: na verloop van tijd was de128 GB kaart vol en overhandigde men mij een 512 GB-kaart. Vanaf dat moment hield de buffer de hoge opnamesnelheden bij. Volgens de specificaties van de kaartfabrikanten zijn de kleinere en grotere kaarten vrijwel even snel, maar in de praktijk blijken de grotere kaarten duidelijk sneller. Dat is ook niet verwonderlijk: de grotere kaarten worden in de dagelijkse productiepraktijk bij alle merken gemaakt uit geheugencellen die het minst warm worden en dus de hoogste kwaliteit bezitten. Sandisk is overigens niet de allersnelste kaart maar is volgens mijn praktijkervaring en enkele tests wel de snelste als het gaat om het leegmaken van de buffer. De simpele indicaties van de lees- en schrijfsnelheden zijn niet maatgevend en nogal optimistisch: zouden die kloppen dan zou de camerabuffer nooit vollopen.
Spots, ruis en dynamiek
De verlichting was niet bepaald gemakkelijk voor de lichtmeting: een donkere achtergrond met gekleurde spots en de onderwerpen die dan weer door gewone spots verlicht werden. De belichting gaf echter geen krimp: alhoewel er hier en daar wel kleine verschillen optraden, waren dat geen verschillen die in RAW en zelfs bij de jpg-verwerking niet eenvoudig uit te vlakken waren.
Een van de aanwezige Canon-mensen adviseerde ons de sluitertijd in te stellen op 1/1000s. Dat advies heb ik opgevolgd. Het voerde er wel toe dat ik vaak met zeer hoge ISO-instellingen (via ISO-auto) gefotografeerd heb. De door de camera geproduceerde jpg’s (de RAW’s kan ik pas gaan bewerken nadat de software beschikbaar wordt) waren echter opvallend ruisarm en toch scherp vrij en het grote contrast tussen de spots en de donkere achtergrond wist de camera zeer goed te overbruggen. (Canon heeft de OLPF bij deze camera ook vernieuwd zodat de scherpte bijna gelijk is aan die van een camera zonder OLPF.) De sensor bleek toegesneden te zijn op de beste prestaties bij hoge ISO-instellingen en dat is voor een camera als deze ook prima. Wie nog meer dynamiek bij de laagste ISO-instelling wil, zou de R5 Mark II kunnen overwegen.
En de concurrerende camera’s? Op basis van de test kun je in ieder geval zeggen dat de R1 het heel erg goed doet. Om echte vergelijkingen te maken, zou je onder gecontroleerde omstandigheden vergelijkende foto’s met verschillende camera’s moeten maken. Dat gaan we dan ook binnenkort doen, dus tot dan blijven we je deze conclusie schuldig.
Conclusie
De R1 is doet precies wat je van zo’n camera verwacht: hij maakt heel snelle serie-opnamen met een zeer groot aantal technisch vrijwel perfecte opnamen. Voor degenen die nu een R3 of een Canon 1DX Mark III gebruiken is het een grote stap vooruit en dus een vrij logische en risicoloze upgrade. De grootste concurrent is waarschijnlijk de R5 Mark II, omdat die nu zoveel beter geschikt is voor snelle serie-opnamen dan zijn voorganger. De groter zoeker, de net iets betere scherpstelling en de vorm van de R1 zouden in zo’n geval echter waarschijnlijk de doorslag geven.
Voorlopig oordeel totdat de RAW-opnamen geopend kunnen worden:
Platina
Snelheid: 9
Bediening: 8,5
Behuizing: 9
Prijs/kwaliteit: 7,5
De EOS R1 is vanaf november verkrijgbaar voor een verkoopadviesprijs van € 7499,-.
Enkele specificaties:
- 24,2 MP full-frame stacked BSI-sensor Pre-continu opnamen tot max. 20 beelden
- 40 fps reeksopnamen
- Instelbare snelheid bij continu-opnamen
- Verduisteringsvrije EVF 9,44 M dots
- Pre-continu opnamen tot max. 15 beelden
- Instelbare snelheid bij continu-opnamen
- Nieuwe processor DIGIC Accelerator & Accelerated Capture
- In-camera upscaling en neuraal netwerk Beeldruisreductie
- Geïntegreerde verticale grip
- Dual Pixel Intelligent AF
- Geregistreerde personen prioriteit
- Action Priority
- Verbeterde Eye-control AF prestatie
- Focus tot -7,5 EV
- Cross AF
- 2-traps AF-ON knop
- Max. 8,5-stops aan beeldstabilisatie
- 6K 60p RAW met 4K-video tot 120p en 60p oversampled van 6K
- Extra compatibiliteit met EOS VR System
- Custom Picture ondersteuning
- XF-HEVC S/XF-AVC S
- Canon Log 2/Log 3
- LPCM/24bit/4CH audio
- Dual shooting (foto & video)
- Proxy movie ondersteuning
- XF-HEVC S/XF-AVC S
- Dual shooting (foto & video)
- Proxy movie ondersteuning
- Waveform monitor
- Wi-Fi 6E
- 2,5 Gbps Ethernet in-camera
- Dual threaded FTP-transfer Wi-Fi 6E
Zie verder voor de specificaties ook canon.nl