Review: Sony FE 16-35mm f/4 G PZ
Lichtgewicht powerzoom
Dit artikel werd geschreven door Dré de Man en gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 5.2022
Wie dit objectief in de winkel uitprobeert, is waarschijnlijk al snel overtuigd. Lichter en kleiner kan nauwelijks en zo op het eerste gezicht zijn de prestaties ook nog eens heel aardig. Sony had al een 16-35mm maar dat is een f/2.8 en die is meer dan twee keer zo zwaar en anderhalf keer zo duur. Dát objectief past in de professionele drie-eenheid, terwijl dit objectief eerder amateurs zal aanspreken – of professionele fotografen die op reis gewicht willen besparen. Kortom: afgaand op maten en gewichten is Sony in zijn opzet geslaagd. Maar er is uiteraard nog meer om op te letten dan de afmetingen. Groothoeken zijn nogal gevoelig voor zij- en tegenlicht. Hoe gaat het objectief daarmee om? En hoe zit het met vertekening en, uiteraard, de scherpte?
Eerste indruk
Voordat we naar de labtest gaan kijken, een eerste indruk. Klein en licht noemden we al, maar verder is het goed afgewerkt. Zoomen gaat alleen elektrisch. Niet iedereen houdt daarvan, maar met filmen biedt het wel voordelen – als je wil inzoomen tijdens het filmen tenminste. Dit objectief heeft vier XD lineaire motoren, maar twee ervan worden gebruikt om te zoomen. Toch is de scherpstelsnelheid niet half zo groot: de scherpstelgroep is een stuk lichter. Je kunt overigens het zoomen ook op afstand besturen, ook handig bij film. Er is een zoomring, een scherpstelring (uiteraard ook elektrisch) en een diafragmaring en net als bij de 24-70 twee focus-lock-knoppen. Het objectief is (spat-)waterdicht en beschermd tegen stof. Door de elektrische zoom zie je aan de buitenkant niet op welke brandpuntsafstand je het objectief instelt; wel in de zoeker als je gaat zoomen tenminste. Dat is voor mijn gevoel een nadeel gecombineerd met een voordeel, per saldo geen nadeel dus.Marketingkwestie
Sony promootte het objectief zelf met nadruk op de hoge resolutie en het onweerstaanbare achtergrond-bokeh. Echter, het is en blijft een f/4-groothoekzoom, niet bepaald een soort objectief waar je aan denkt als je aan onweerstaanbaar bokeh denkt. Het bokeh van dit objectief is niet gek, maar door de beperkte lichtsterkte en de grote beeldhoek is de achtergrondonscherpte heel klein. Hoe mooi het bokeh in theorie ook is, je ziet er weinig of niets van. Maar dat is dus geen kritiek op het objectief, maar op de marketing ervan. Wel iets om mee te nemen in je aankoopoverwegingen.
De opbouw
Qua opbouw is het objectief vrij simpel: er zijn dertien elementen in twaalf groepen, en dat is dan net iets minder dan vergelijkbare objectieven van andere merken, maar niet overdreven weinig. Er zijn twee ED-elementen, twee asferische elementen waarbij een extremer, en een gecombineerd element. Waarschijnlijk is het geringe gewicht ook te danken aan de behuizing die door de wat smallere vatting (vergeleken met andere merken) ook iets lichter kan zijn aan de camerakant. Maar het ontbreken van een mechanische zoom helpt ook het gewicht binnen de perken te houden. Verder is de opbouw mooi symmetrisch (niet helemaal) dus je mag verwachten dat het dichtbij ook goed presteert. Dat blijkt in de praktijk ook. Verder blijkt het mooi contrastrijk, kleuren worden goed weergegeven en op het eerste gezicht is het aardig scherp. Heel prettig: het is (zelfs zonder de zonnekap die Sony was vergeten mee te geven voor de test) heel goed bestand tegen zij- en tegenlicht. Sony’s MTF’s laten zien dat het contrast op grote details (MTF 10 lp/mm) heel groot is en dat dat over het hele beeld zo is, tot in de hoeken, ook bij f/4. Dat wordt dus in de praktijk bevestigd. De scherpte (MTF 30 lp/mm) verloopt wel heel duidelijk naar de hoeken toe, iets meer bij 35mm dan bij 16mm, ook bij f/8. Opvallend: bij 35mm is bij volle opening de meridionale scherpte minder goed, na diafragmeren de sagittale. Bij 16mm is de meridionale scherpte altijd minder goed en dat is vrij normaal.
Scherpte
Bij groothoeken heb je vaak te maken met heel kleine details. Daarom is de scherpte vaak wat belangrijker dan bij andere objectieven, zeker bij de kortste brandpuntsafstanden. Bij snelle praktijktests is dat vaak niet goed te zien, omdat de onscherpte zich vaak in één richting manifesteert en/of bij één brandpuntsafstand. Je moet maar net een onderwerp hebben waarbij de specifieke fouten van het objectief dat je test meteen goed zichtbaar worden. De doorsnee-koper komt er vaak pas na een tijdje achter. Dan heb je natuurlijk ook fotografen die helemaal niet zo precies kijken naar de hoeken van hun foto’s, want daar gaat het vrijwel altijd fout. Enfin, we zijn dus benieuwd naar de labtest.
LAB
In het lab zien we resultaten die variëren tussen goed en uitstekend, maar ze variëren flink bij het zoomen. In feite is het gebied dat het objectief bij 35mm bestrijkt heel erg goed en daarbuiten wordt het steeds minder. Anders dan uit de MTF’s blijkt, is het dus bij 35mm veel beter dan bij 16mm. (Dat is goed mogelijk omdat MTF’s alleen het contrast meten en dan als het ware met een sensor met een oneindige resolutie; een groot verschil met de praktijk, zelfs met een 60 megapixel-sensor die we hier gebruikten. Wel zien we de wisseling van meridionale naar sagittale preferentie, maar die is in onze veel meer bij de praktijk aansluitende test pas zichtbaar bij de allerhoogste resolutie, dus bij 60 megapixel en dan nog niet storend. Ook bij 24mm is het nog goed, al is dan al iets minder dan bij 35mm maar bij 16mm valt het echt tegen. Zeker bij volle opening, maar nog meer bij f/8 (en f/11), omdat het niet veel beter wordt. Dat is opvallend, er zijn objectieven die het volle opening slechter doen, maar dan bij f/8 of f/11 duidelijk beter.Wat het weer een stuk minder erg maakt dan het nu klinkt: de problemen zitten echt in de hoeken, en bij 1 mm. In zijn algemeenheid valt het objectief op door prima resultaten in het centrum maar dat loopt dan vrij ver door. Micro-contrast volgt over het algemeen de scherpte, dus is ook bij 35mm prima en bij 16mm in de hoeken ook bij f/8 tegenvallend.
De vertekening is vrij ernstig maar die wordt digitaal gecorrigeerd, dus daar merk je weinig of niets van. Het vormt echter wel een verklaring voor de minder goede prestaties in de hoeken: die worden uiteraard uitgerekt. Zonder vertekeningscorrectie zijn de resultaten dus beter, maar ik zou die behalve in gevallen waarin je geen rechte lijnen hebt niet uitschakelen. Er is weinig chromatische aberratie, ook de axiale chromatische aberratie is vrij gering.
Conclusie
De Sony FE 16-35mm f/4 G PZ is een heel prettig objectief dat supergroothoekfotografie mogelijk maakt, terwijl je nauwelijks merkt dat je het objectief bij je hebt. Optisch is het voor het doorsnee-werk goed genoeg; voor de kritische landschapsfotograaf is het bij de uiterste groothoekstanden minder geschikt.
Beoordeling
Beeldkwaliteit: 7Snelheid: 9
Bouwkwaliteit: 7,5
Prijs/kwaliteit: 7,5
Adviesprijs: € 1.499,-
Info: Sony.nl