Krijgen de nieuwe, spiegeloze Nikons een Z-vatting?

Krijgen de nieuwe, spiegeloze Nikons een Z-vatting?

Dre de Man 2412
Tot en met 23 augustus speculeert Nikon specialist Dré de Man “vrolijk” door over de nieuwe, spiegelloze Nikons. Dit doet hij op basis van de gegevens die hij heeft over deze nieuwe camera's. Vandaag gaat hij dieper in op de vatting. De F-vatting was zijn tijd vijftig jaar vooruit, maar de Z-vatting lijkt minstens zo toekomstbestendig te worden.

Objectiefvattingen voor spiegelloze camera’s verschillen vrijwel allemaal op minimaal één belangrijk punt van die van reflexcamera’s: de afstand tussen de vatting en de sensor is kleiner. Eigenlijk is dat een beetje back to the future, want bij de vattingen voor de meetzoekercamera’s van vóór de spiegelreflexcamera’s was die afstand ook kleiner. Bij reflexcamera’s moet die afstand groot zijn, om plaats voor de spiegel te maken. Bij een spiegelloze camera – en ook bij meetzoekercamera’s - is dat niet nodig. Dat biedt voordelen bij de ontwerpen van zeer lichtsterke groothoek- en standaardobjectieven. Je hoeft nu geen retrofocusconstructies te gebruiken en kunt de elementen op heel korte afstand van de sensor plaatsen. Het meest lichtsterke commerciële objectief van de laatste jaren, de Zeiss Planar 50mm f/0.7 uit 1966 zit dan ook vrijwel bovenop de sensor, pardon: de film. Dit objectief is ontwikkeld om de donkere kant van de maan te fotograferen, maar werd beroemd doordat Stanley Kubrick het in 1975 gebruikte in de film Barry Lyndon om met 100 ISO-film te filmen bij kaarslicht.

Race

Maar behalve die afstand kun je ook de breedte van de vatting veranderen. Bij Nikon is dat ook nodig omdat de F-vatting uit 1959 voor de huidige tijd een beetje smal geworden is. In 1959 was de race naar het meest lichtsterke objectief net een beetje voorbij. De lichtreuzen van toen waren namelijk optisch verre van indrukwekkend. Nu pas zijn de objectiefconstructeurs in staat objectieven te maken die ook bij f/1.2 en nog grotere openingen zeer scherpe beelden opleveren. Niemand kon in 1959 vermoeden dat bij het construeren van super lichtsterke objectieven met computers en de inzet van asferische lenzen, de noodzaak zou ontstaan om een vatting groter te maken dan de diagonaal van het beeldformaat. Er is overigens wel een praktische grens aan de invloed van de vatting op de maximale lichtsterkte. Een diafragma groter dan f/0,5 heeft weinig zin, want volgens de tweede wet van de thermodynamica kan er nooit meer licht op de sensor vallen dan er door het onderwerp uitgezonden wordt. Wat indertijd ook niemand had kunnen vermoeden, zijn de andere redenen om de vatting te verbreden.

Redenen

Behalve de lichtsterkte zijn er namelijk nóg drie redenen voor een grotere vatting. De eerste is dat een kleinere vatting zorgt voor een minder mooi bokeh aan de rand van het beeld. Daardoor ontstaan de zogenaamde kattenogen, vervormde onscherpe cirkels aan de rand van het beeld. De tweede reden is dat bij gebruikmaking van IBIS, in body stabilisation, dus stabilisatie door de sensor te bewegen, de vatting ook wat breder moet zijn. Theoretisch zou je nog een derde reden kunnen bedenken: hoe groter de vatting, des te steviger is hij. Bij gebruik van super lichtsterke lange teleobjectieven is een zeer stevige vatting geen overbodige luxe. Dat laatste is ook de belangrijkste reden dat Canon in de jaren tachtig een relatief brede vatting gekozen heeft: 54 mm (Nikon F: 44 mm). Toch bleek dat een beetje overkill en Canon heeft in ieder geval de EF-M-vatting (de vatting voor spiegelloze camera’s met het APS-C-formaat) smaller gemaakt dan de EF-vatting: 47,1 mm.

Hoe groot is de Z-vatting?

Nikon

In de laatste teaservideo van Nikon kun je de vatting én de rest van de body goed zien. Daardoor weten we vrijwel zeker hoe groot de vatting is. De afstand tussen de sensor en de vatting was al eerder uitgelekt. Het is niet honderd procent zeker dat deze afstand klopt, maar op basis van de video, lijkt ook deze maat zeer waarschijnlijk. Door een screenshot uit de film te vergelijken met een foto van de D850, kon ik de breedte van de vatting uitrekenen. Beide camera’s hebben namelijk minimaal één maat gemeen: die van de flitsschoen. Omdat je in Photoshop lijnen kunt opmeten, is het dus vrij eenvoudig om uit te rekenen hoe groot de nieuwe vatting is. Die is tussen de 56 en 57 mm. Alleen wanneer Nikon ook met een geheel nieuwe flitsschoen komt, kloppen deze berekeningen niet. De kans daarop acht ik echter bijzonder klein. De oude F-vatting is 46,5 mm, dus de nieuwe is minimaal 10 mm breder. De nieuwe vatting is zo breed, dat de oude er helemaal in past. Bij het ontwerpen van een adapter, heeft Nikon dus heel veel speling.

Nikon
Nikon

Alle vattingen

Nikon

Maar hoe zit het dan met de vattingen van de andere merken?

In de tabel zien we links de namen van de vattingen. Sony E is de vatting voor Sony-camera’s, hier met de gegevens voor full frame (dus voor de Sony A7 en A9). Opvallend is dat deze vrij klein is, maar 3 mm groter dan de sensordiagonaal. In combinatie met een afstand tussen sensor en vatting van 8 mm levert dat een (geschatte) maximale lichtsterkte op van f/1,0. IBIS werkt bij Sony vrij goed, dus kennelijk is daar niet zo’n grote vatting voor nodig. Je zou je echter kunnen afvragen of bij een grotere vatting IBIS in combinatie met telelenzen beter zou werken.

Canon EF-M

Waarom weten we niet, maar Canon heeft voor de EF-M vatting precies dezelfde afstand gekozen. Door de kleine beelddiagonaal is deze vatting erg groot, precies het omgekeerde van de Sony-vatting. Het maximale diafragma is hier f/0,5, maar in theorie nog groter, al heeft dat geen zin.

Canon EF-M FF

De grote vraag is, of Canon deze vatting ook voor hun fullframe camera’s gaat gebruiken. Velen denken van wel, maar wanneer Canon deze keuze maakt, bevindt het zich in dezelfde situatie als Sony. De vatting is dan relatief en absoluut een stuk kleiner dan de huidige ‘gewone‘ EF-vatting.

Canon EF

Deze is met 54mm diameter wel heel groot. Door de grote afstand tussen sensor en vatting is het voordeel daarvan echter minder groot dan je zou verwachten. De hoek tussen de bovenkant van de sensor en de bovenkant van de vatting is maar 7°. Dat is echter nog steeds een stuk groter dan die van Sony (4,5°).

Nikon F

Direct daaronder zien we de oude Nikon-vatting. Hier is vrijwel geen speling tussen de sensor en de vatting. De hoek tussen de bovenrand van de sensor en de bovenrand van de vatting is maar 0,4°. Hier is dus praktisch geen ruimte meer om objectieven te produceren die lichtsterker zijn dan f/1.4, tenzij je de elektronische contacten weglaat.

Nikon Z

Direct daaronder zien we de nieuwe vatting, die we voorlopig Z-vatting noemen, al weten we niet zeker of dat ook de officiële naam wordt. Die is in werkelijk alles superieur aan de oude. Het is ook de vatting met de kortste afstand tot de sensor: nog 2 mm korter dan die van Sony en Canon. In combinatie van de diameter van minimaal 56 mm, levert dat heel veel speling op aan alle kanten. Er kunnen objectieven gebruikt worden met de maximale haalbare lichtsterkte, er is veel ruimte voor IBIS en kattenogen zullen niet meer zichtbaar zijn. Nu ja, behalve wanneer de uittrede pupil van het objectief zelf de boosdoener is - en uiteraard op ontelbare kattenfoto’s.

Nikon Z FF

De sensor is zelfs zo groot, dat er een middenformaat sensor in zou passen. Dat zien we in de volgende kolom. De hoek die er dan overblijft is 10°, veel meer dan de hoek die we zagen bij Sony en Canon. Ik kan me niet voorstellen dat Nikon de komende jaren een middenformaatcamera introduceert, maar de vatting is er in ieder geval klaar voor. De daaronder staande gegevens van de Fuji G-vatting laat dat ook nog eens zien.

Conclusie

Nu we over zulke duidelijke videobeelden beschikken, is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid al veel te zeggen over de nieuwe vatting. Hij is in alle opzichten superieur aan de oude en legt de objectiefconstructeurs werkelijk geen strobreed in de weg. Je zou zelfs Nikon F-objectieven als shiftobjectief kunnen gebruiken, met een aangepaste adapter. Toch zijn er nog vragen. Kan de vatting in het donker verlicht worden, om objectieven gemakkelijker te monteren? Zijn de contacten elektronisch of ook (deels) optisch? Is het protocol van de contacten deels gelijk aan dat van de F-serie? Zullen de F-objectieven net zo goed samenwerken met de camera als de Z-objectieven? Er blijven dus nog vragen over, maar gezien de antwoorden die we nu al hebben, kunnen we alleen de allerhoogste verwachtingen hebben van de nieuwe camera’s.

Lees ook: Krijgt de spiegelloze Nikon een revolutionaire nieuwe sensor?

Lees ook: 10 belangrijke vragen over Nikon's spiegelloze camera's

Lees ook: Waaraan moet de Nikon spiegelloze full-frame volgens jou voldoen?

afbeelding van Dre de Man

Dre de Man | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Dre