Alles over fotograferen en filmen met drones
Drones lijken een jaar of zo geleden uit de lucht gevallen te zijn, maar ze bestaan al meer dan een eeuw. In 1907, vier jaar na de eerst vlucht door de gebroeders Wright, slaagde de Fransman Louis Breguet een quadkopter (dus net zoiets als een Phantom, maar dan vele malen groter) één meter te laten vliegen. Daarna landde hij snel, omdat hij dreigde neer te storten. Zijn landgenoot Etienne Oemichen wist een apparaat met twaalf propellers te bouwen dat iets stabieler was, maar vrijwel niemand kon ermee vliegen. In 1991 ontstond de eerst drone die er ongeveer zo uitzag als tegenwoordig: de Japanse Keyence Gyrosaucer. Ook die was – ondanks de toepassing van gyroscopen - erg instabiel.
Automatische piloot
De ontwikkeling van automatisch werkende besturingssystemen in combinatie met de door de Wii populair geworden goedkope en kleine sensoren, maakten vanaf januari 2008 redelijk stabiel vliegende drones mogelijk. Januari 2013 introduceerde DJI de Phantom One en dat werd de eerste drone voor de massa. Sindsdien heeft DJI de markt veroverd met heel lage prijzen en heel snelle ontwikkelcycli. De Phantom (nu in versie 4) zou je kunnen vergelijken met de Volkswagen Golf. Het is niet de beste drone die je kunt kopen, maar door de bekendheid van het merk is het voor veel consumenten de meest voor de hand liggen keuze. Bovendien biedt DJI de oudere modellen aan tegen wel zeer lage prijzen. DJI heeft nu naar schatting 70% van de markt voor hobbydrones in handen. Yuneec en Parrot zijn nummer twee en drie. In de professionele markt is DJI minder dominant en deze markt is nog minder uitgekristalliseerd en ook gespecialiseerder.
Een drone is een helikopter, maar dan met vier of meer rotors. Bij een gewone helikopter moet de staartrotor voorkomen dat de helikopter begint te draaien. Bij een drone wordt dit tegengegaan door bij de ene helft van de rotors de propeller rechtsom en bij de andere helft linksom te laten draaien. In theorie is een drone stabiel, maar in de praktijk is dat heel beperkt het geval. Raakt één van de rotors zelfs maar even een obstakel, dan crasht een quadkopter onvermijdelijk. Hexakopters (zes rotoren) en zeker oktokopters (acht rotoren) zijn veel stabieler. Alle drones bereiken hun stabiliteit door de snelheid van de motoren/rotoren voortdurend te variëren. Dit is alleen mogelijk als de accu(‘s) en de motoren voldoende reserves hebben. Voor een mens is het vrijwel onmogelijk om vier of meer rotoren afzonderlijk aan te sturen. Voor de automatische piloot, is het echter relatief eenvoudig. De gyroscopen, het GPS-systeem en het kompas zorgen er dankzij de automatische piloot voor dat de drone kan vliegen. Toch zijn de huidige drones in wezen net zo instabiel als de eerste drones van honderd jaar geleden. Wanneer door magnetische stormen of andere oorzaken een storing in die systemen optreedt, is het systeem vrijwel altijd gedoemd om te crashen. 70% van de crashes wordt echter veroorzaakt door fouten van de gebruiker. De belangrijkste daarvan is wel het in de wind slaan van waarschuwingen met betrekking tot de accuspanning en het in botsing komen met obstakels. De DJI Phantom 4 en de DJI hebben weliswaar obstakelvermijdende eigenschappen, maar die zijn nog primitief. De toestellen kunnen alleen vooruit kijken en kleinere objecten zoals boomtakken worden niet waargenomen.
Zender
Een drone kun je vergelijken met een schip met twee kapiteins. De ene kapitein is de automatische piloot en de andere is de gebruiker. Meestal vertaalt de automatische piloot de wensen van de gebruiker in bewegingen, maar in sommige gevallen - bijvoorbeeld in de buurt van vliegvelden – besluit de drone zelfstandig om niet op te stijgen of naar de landingsplaats te vliegen en te landen. Tot op zekere hoogte kan de gebruiker de automatische piloot in zijn macht beperken, door het uitschakelen van de GPS bijvoorbeeld. Die besturing vindt plaats via een zender, radiografisch dus. Veel drones worden geleverd met een kleine zender waarop plaats is voor een tablet of smartphone. Het scherm daarvan wordt dan gebruikt om het beeld van de camera weer te geven. De telefoon dient echter ook om waarschuwingen met betrekking tot batterijspanning en dergelijke door te geven. Wanneer de telefoon het niet doet, kan dat nare gevolgen hebben.
In bijna alle gevallen maak je gebruik van twee kleine stuurknuppels om het toestel te besturen. In de standaardinstelling is de rechter er om vooruit, achteruit en rechtslinks-bewegingen te maken en de linker om gas te geven (vaak dus de hoogte te bepalen) en de drone te draaien.
De camera's
Aanvankelijk werden veel drones gemaakt voor gebruik met de GoPro-camera’s. Tegenwoordig worden de meeste drones geleverd inclusief camera. De cameraselectie wordt dus bepaald door de fabrikant, maar technisch gezien vooral door beperkingen op het gewicht en de vliegtijd. De GoPro en de ingebouwde camera’s hebben slechts één brandpuntsafstand, en een kleine sensor die levert bij veel contra's en/of bij weinig licht slechte resultaten. Een camera met maar één, vrij specialistisch objectief is natuurlijk niet ideaal. Gelukkig is de fisheye bij de meeste merken vervangen door een 20mm-equivalent. Een mogelijkheid voor wie er niet tegenop ziet zijn camera te demonteren, is het aanschaffen van aparte objectieven, zoals die van peauproductions.com
DSLR onder je drone
Drones die je vrij laten om welke camera dan ook eronder te hangen, vind je niet in de Phantom-klasse. Zo’n drone moet een stuk groter zijn en zwaarder zijn, maar dat biedt dan meteen ook voordelen voor de stabiliteit. Voor wie echt serieus wil fotograferen of filmen is dit uiteraard het meest ideaal. De keuzemogelijkheden zijn in dat geval groot, maar wanneer je de beperkingen qua prijs en vergunning erbij betrekt, blijven er vrij weinig mogelijkheden over. Er zijn maar weinig drones die minder dan vier kilo wegen met een reflexcamera bijvoorbeeld. Weegt de combinatie meer dan vier kilo, dan kun je niet met een light drone licentie toe en ben je alleen al aan de verplichte opleiding duizenden euro’s kwijt.
Lees meer: Alles over drone-accu's