Tokyo Tokyo | Richard Koek
Richard Koek (1965) kwam ter wereld aan de oevers van het Noord-Hollands Kanaal in Ilpendam en groeide op in Blokker. In 2000 nam hij een grote carrièreswitch van jurist naar fotograaf, gedreven door zijn passie voor fotografie. In 2018 debuteerde hij met zijn fotoboek 'New York New York', waarin hij de levendige energie en veelzijdigheid van zowel de inwoners als de stadsgezichten van New York vastlegtde. Zijn meest recente project 'Tokyo Tokyo', biedt een intieme blik op de Japanse hoofdstad, gekenmerkt door een spontane benadering en een oog voor esthetiek. Geïnspireerd door iconen als August Sander, blijft Richard zijn vak vernieuwen, steeds op zoek naar beelden die het leven in zijn puurste vorm weergeven.
Tekst: Nina Oomen | Fotografie: Richard Koek
Hoewel hij cursussen volgde bij Fotogram en begon aan een opleiding aan de Foto Academie, besloot Richard uiteindelijk zijn eigen weg te gaan in de fotografie, zonder het pad van formele educatie verder te volgen. Dit heeft hem niet belemmerd; integendeel, hij werkt nu fulltime als een succesvol fotograaf. Hij liet Nederland achter zich om zich te vestigen in het bruisende New York, waar hij samenwoont met zijn echtgenote Ivy en dochtertje Skylar. Richards eerste fascinatie voor fotografie werd gewekt door de levendige beelden in tijdschriften zoals De Nieuwe Revu en Panorama, die hij als kind in de leesmap ontdekte. Zijn eerste shots maakte hij toen met een eenvoudige Kodak Rits-Rats-Klik camera, maar het was de Canon AE1 die zijn eerste serieuze instrument werd. ‘Als jonge tiener introduceerde een buurman me in de wereld van foto’s ontwikkelen en afdrukken in de donkere kamer. Als latere tiener kwam ik met foto’s thuis die niemand begreep, omdat ik foto’s maakte van onbekende mensen,’ herinnert Richard zich.
Wat Richard het meeste waardeert aan fotografie, is de mogelijkheid om via zijn lens diepe connecties te creëren. Hij slaagt erin zichzelf te motiveren en creatief te houden, ook op dagen dat de inspiratie ver te zoeken is. Hij dwingt zichzelf dan aan het werk te gaan, in de wetenschap dat er altijd wel iets fascinerends op zijn pad komt. Zo vertelt hij over een bijzondere ervaring tijdens een fotoshoot op een VIP-party, waar hij ineens met Tom Hanks aan de bar zat op een VIP-party, waar ze beiden voor waren ingehuurd.
Tokyo Tokyo
Na de release van zijn bestseller 'New York New York' waagde Richard zich aan een nieuw project: de stad Tokio. Met meer dan 40 miljoen inwoners, minstens twee keer zoveel als New York City, besefte hij al snel dat Tokio niet in een standaard fotoboek te vangen was. Zijn verkenning richtte zich op de esthetische balans tussen traditioneel Japan, zoals de kimono, de sakura (kersenbloesem), de sumoworstelaar, en de schoonheid van het dagelijks leven van de inwoners. Het grootste verschil met fotograferen in Tokio van zijn ervaring in New York, was dat Richard niet met woorden kon communiceren. Dit was volgens hem een voordeel, maar ook een nadeel. ‘Ik kon enkel kijken en mijn aandacht schenken aan licht, kleur en compositie. In mijn onwetendheid kon ik soms ook echt een botte buitenlander zijn en dat werd me dan ook vergeven,’ vertelt hij. Toch blijft zijn aanpak hetzelfde. ‘Vriendelijkheid en respect is de sleutel. Een glimlach brengt me ver. Soms krijg ik een “nee” en dat is ook goed. Ik gooi nooit mijn ego in de strijd.’ Bij bijvoorbeeld de sumoworstelaars mocht Richard van de manager geen sumo in onderbroek fotograferen. ‘Dat doe ik dan ook niet. Ze vonden het ook vreemd dat ik een foto wilde maken van de hairstylist die na elke training van alle spelers het haar doet. Ik vond het iets prachtigs en dat vraag ik dan. Verder ben ik stil, ik praat niet; een vlieg aan de wand. Dat stellen de meesten op prijs.’
Voorbereiding
De voorbereiding voor het project onderscheidde zich door zijn intuïtieve benadering. ‘Ik denk eigenlijk niet zo na als ik foto’s maak. Analyses staan esthetiek in de weg. Schoonheid beredeneer ik later wel. Met andere woorden: ik laat me leiden door mijn onderbuikgevoelens. Daar vertrouw ik nu op en mijn ervaring heeft me geleerd dat dat werkt,’ deelt Richard. Ondanks zijn spontane werkwijze, zocht hij wel degelijk verdieping. Zo gebruikte hij Google Street View voor verkenningen en zocht hij contact met mensen die zijn perspectief konden verbreden. ‘Ik heb ook het boek van Frederik Vossenaar gelezen; “Kijken in de ziel van Japan”, om wat meer begrip te ontwikkelen voor wat ik niet goed begreep, maar over het algemeen probeer ik me enkel visueel bezig te houden met mijn subject.’
Richard zocht naar iets unieks, weg van de clichés, hoewel hij toegeeft dat die ook hun aantrekkingskracht hebben. ‘Het evenwicht tussen beide aspecten vond ik vooral terug in het editing proces,’ legt hij uit. ‘De mix is de kern van de boodschap: Cliché versus Realiteit.’ Af en toe herinnerde een omgeving hem aan zijn eigen ervaringen. Zo deed een groene dijk hem denken aan zijn jeugd in Noord-Holland. ‘Mijn keuzes zijn gebaseerd op gevoel. Maar ook op mijn eigen authentieke verleden en ervaringen. Ik maak mijn persoonlijke connecties die ik zelf niet altijd begrijp. Ik geniet ervan om rond te dwalen als een kind, open voor alles dat mijn aandacht trekt, me volledig onderdompelend in de stad.’ Sommige scènes in 'Tokyo Tokyo' waren gepland, terwijl veel ontdekkingen spontaan waren. ‘Mijn eerste straatfotografie-expositie in NYC was in een Tattoo parlor in SOHO. De eigenaar van deze parlor introduceerde me aan een Japanse tattoo-artiest. Dat er een compleet getatoeëerde man op de grond lag toen ik hem bezocht, was puur geluk. Ik heb hem toen gevraagd om zijn onderbroek uit te doen, wat een erotische lading aan het beeld gaf. De schoonheid was perfect.’
Richard is op heel veel locaties geweest, maar naar één locatie keerde hij meerdere keren terug; ‘Bij de foto van de ochtendscène, van mensen die naar hun werk gaan als ze Shinagawa Station verlaten in Takanawa, Minato City, heb ik pas bij de derde poging enigszins kunnen vangen wat ik wilde laten zien. En eerlijk gezegd ben ik nog niet tevreden,’ vertelt hij. ‘De massa van mensen was zo indrukwekkend. Een stroom van gezichten die maar niet ophield. Mijn camera staat hoog in de lucht op een monopod. Ik sta stil in een menigte die beweegt, alsof ik in de branding sta met een sterke stroming. Dit was speciaal omdat het zo synoniem was aan het dagelijks leven. Meegaan of opzij stappen. De homogene samenleving die conformeren afdwingt.’ Daarnaast waren er veel memorabele momenten. Zo was Richard eens backstage in een nachtclub, als enige man te midden van een groep burlesque danseressen die volledig op hun gemak waren in zijn aanwezigheid. ‘De dynamiek van ”sisterhood” die zich voor mijn ogen afspeelde was prachtig. Ik was een onzichtbare man.
Richard wist niet dat Tokio bekendstaat om het levendige nachtleven, een gegeven dat volgens hem soms verkeerd wordt geïnterpreteerd. ‘Elke grote stad heeft zijn nachtleven. Ik woon in NYC, dus misschien zie ik het anders. Als mensen denken dat kantoormedewerkers zich overgeven aan overmatig drinken, vind ik dat een stereotype. In mijn werk probeer ik respect te tonen. Horeca speelt een grote rol in mijn boek omdat het zo'n belangrijk onderdeel is van het dagelijks leven, van lunch tot diner.’ In zijn project heeft Richard zowel de drukte van de stad als de serene momenten vastgelegd. Hoe hij omgaat met de overgang tussen deze twee extremen tijdens het fotograferen maakt hem niet zoveel uit: ‘Ik zit in mijn eigen bubbel. Het beschermt me als ik een bepaalde afstand kan houden in mijn hoofd. Dan ben ik de ideale observator. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen maar vaak werk ik op een soort automatische piloot. Een gevoel van verlichting waarbij ik alles observeer met een bepaalde kalmte. Mijn enige houvast is mezelf binden aan hetgeen dat ik mooi vind. Totaal naar binnen gekeerd,’ Richard merkt dat hij op deze manier het beste uit zichzelf kan halen en ook het meeste uit zijn omgeving. ‘Met een open hart een connectie maken en dan middenin met een bepaalde afstand alles kunnen aanschouwen. De enige manier is om de juiste focus te houden. Dat gaat ook vaak genoeg mis hoor! Soms neemt nervositeit het stuur over en kijk ik niet goed naar de instellingen van mijn camera. Haha.’
De interactie met het licht speelt een cruciale rol in fotografie. Het beïnvloedt soms de keuze voor locaties of tijdstippen om te fotograferen. ‘Licht ligt, net als het weer, vaak buiten mijn macht. Dus geef ik me eraan over. Ik stond vroeg op en liep tot laat door. Dus alle standen van de zon neem ik mee. En ik heb genoeg ervaring om te weten dat nachtfoto’s een monopod nodig hebben en architectuur een groothoeklens. Het licht beïnvloedt soms het tijdstip, maar ik ben niet het type die dit meeneemt in de planning van de dag.’
Het grootste compliment dat Richard kan krijgen, is als mensen die zijn werk zien een verhaal bij de foto's kunnen vertellen. En dat hoeft compleet niets te maken te hebben met zijn werk; ‘Als men ziet dat Tokio eigenlijk ook maar gewoon een stad is, waar mensen zich suf werken, eten, liefhebben en de trein moeten halen, dan heb ik op een mooie wijze een menselijke verbinding gemaakt tussen twee continenten.’ Er zijn op dit moment geen plannen voor een volgend groot project. ‘Nu even pas op de plaats maken. Het maken van een boek gaat je niet in de koude kleren zitten,’ vertelt Richard. Hij zou wel graag zijn 'CADETS' serie wat meer willen verdiepen, maar de grootste voldoening haalt hij uit de vrijheid van straatfotografie. ‘Als ik tot mijn dood de straten mag afstruinen om te fotograferen, dan prijs ik mezelf erg gelukkig.’
In de cameratas van Richard Koek
- Sony Alpha III
- 2.8 35 mm Carl Zeiss lens aan mijn riem (in NYC en Tokio)
- Soms ook een Sony Alpha 7R
- 2.8 17-28mm Tamron in een rugzakje (in Tokio)
- Kleine monopod (in Tokio)
Dit is een artikel uit DigifotoPro 2.2024 lees hem hier digitaal