Review Tamron 70-180mm f/2.8 f/2.8 DI III RXD
70-200mm f/2,8-objectieven zijn al heel wat jaren populair en ze lijken ook al heel wat jaren op elkaar. Dit jaar lijkt daar verandering in te komen. Canon verraste door voor de R-vatting met een uitschuifbare versie te komen die aardig wat kleiner was – ingezoomd. Tamron lijkt Canon’s idee nog wat consequenter doorgezet te hebben, door stabilisatie weg te laten en aan het langste eind 20mm eraf te snoepen. Dat levert zeker in vergelijking met het Sony-aanbod een duidelijk alternatief op.
In mijn review van de 17-28mm schreef ik een paar maanden geleden al: je mag je afvragen of Tamron volgend jaar nog met een compacte 70-200mm komt. Dat is nu dan het geval, al is dat dan in de vorm van een 70-180mm. Veel verschil maken die ontbrekende 20 mm niet: 10% croppen levert nauwelijks zichtbaar resolutieverlies op. Omdat de voorste elementen de zwaarste zijn, maakt het dit objectief wel flink wat lichter en uiteraard ook ca. 10% smaller. In de tabel hieronder zie je dan ook dat de Tamron niet alleen flink verschilt van zijn voorganger (voor Nikon en Canon) maar ook van de vergelijkbare Canon voor de RF-vatting en de Nikon voor Z-vatting. (Het grote aantal elementen bij de Sony is het gevolg van het feit dat Sony geen gebruik heeft gemaakt van speciaal glas met lage kleurbreking. Dat glas is relatief zwaar, maar zonder dat glas moet je weer meer elementen gebruiken.
’Het lijkt wel alsof het objectief voor de camera gemaakt is – en dat is natuurlijk ook zo’
Bij het verschijnen van de Sony 70-200 f/2.8 werd er door sommigen een beetje schamper over gedaan: dat objectief was de eerste 70-200 f/2.8 voor spiegelloze camera’s en het was net zo groot en zwaar als de Canon en Nikon-versies voor DSLR; de spiegelloze opbouw had dus geen voordeel opgeleverd. Die kritiek op Sony was niet helemaal terecht, want bij objectieven met langere brandpuntsafstanden heeft een spiegelloze vatting nauwelijks voordelen, althans niet voor wat betreft de grootte van een objectief. Dit is met dit objectief ook niet geval. Met een beetje moeite zou hij ook nog steeds in de vatting van een reflexcamera kunnen passen. Opvallend is wel, dat de laatste lensgroep bij het zoomen niet beweegt. Verder zien we een opbouw van 19 elementen in 14 groepen. Het tweede en laatste element zijn asferisch, er is één hybride asferisch element, vijf LD (low dispersion) elementen en één ED element. Dat zijn dus zeven elementen die allemaal bedoeld zijn voor het corrigeren van kleurfouten. De asferische elementen zijn er uiteraard voor het verminderen van sferische aberratie, maar ze helpen ook bij het kleiner en lichter maken van het objectief - net. Het objectief beschikt niet over stabilisatie, maar dat is in combinatie met de Sony fullframe-camera’s niet zo’n punt, wel in combinatie met sommige Sony APS-camera’s zoals de E6000. Mocht er ooit een Nikon Z-versie komen ook niet, behalve voor de Z 50. Het is wel weer een punt in combinatie met een Canon R, als er een versie in die vatting verschijnt. De grootste afbeeldingsmaatstaf / instelafstand verschilt nogal met de brandpuntsafstand: die is bij 70 mm 27 cm (1 : 2) en bij 180 mm 85 cm (1 : 4,5). Focus breathing valt echter erg mee. Het objectief is niet echt parfocal maar dat speelt alleen bij film een rol.
Tamron 70-180mm f/2.8 f/2.8 DI III RXD in de praktijk
Ben je een andere 70-200mm f/2.8 gewend, dan heb je in het begin het gevoel dat je de verkeerde lens op je camera gezet hebt. Het voelt niet aan als een 70-200. Dat is natuurlijk alleen maar een compliment, je kunt er heel goed uren mee uit de hand werken. Het ontbreken van stabilisatie is in combinatie met de Sony-body geen gemis. In theorie zou de stabilisatie wat minder moeten zijn dan die van de Sony70-200, maar dat is niet merkbaar. Kennelijk werkt de stabilisatie van de camera heel goed samen met de Tamron. Deze bezuiniging dan wel poging om het objectief compacter te maken, blijft dan ook zonder gevolgen. Iets soortgelijks geldt voor het net iets kleinere bereik, daar merk je in de praktijk niet veel van.
‘Niet alleen voor wie gewicht en plaats wil besparen vormt het objectief een aantrekkelijke optie’
Het enige minpunt in de praktijk is eigenlijk dat het bokeh bij opnamen op iets grotere afstanden op de achtergrond wat onrustig is. Dat wisselt echter met de opnameafstand en de brandpuntsafstand. Wat in ieder geval voorlopig wel een puntje is, in vergelijking met de 70-200 van Sony: de Sony-converters passen er niet op en de Tamron-converters al evenmin.
Tamron 70-180mm f/2.8 f/2.8 DI III RXD in het LAB
In het lab valt vooral het de hoge scherpte over het gehele beeldveld op. Helaas hadden we voor deze test alleen maar de beschikking over een Sony A7III, dus we kunnen alleen extrapoleren wat de resultaten voor meer dan 24 megapixels zijn, maar voor 24 megapixel zijn ze vrijwel maximaal. Ook het micro-contrast is heel goed. Er zijn wel kleine verschillen te zien, maar die zijn in de praktijk verwaarloosbaar. Je hoeft het objectief dus nauwelijks te diafragmeren als je het met een A7III gebruikt.
Kleurfouten, ook longitudinaal, zijn niet vast te stellen. Het objectief heeft in beperkte mate last van vertekening en door de automatische correctie zie je het niet. Coma is ook uitstekend gecorrigeerd: puntvormige lichtbronnen blijven puntvormig. Ook de coating werkt goed: de reflectievrijheid is voor een telezoom goed, al zijn er objectieven die het beter doen.
Conclusie
Het objectief blijkt verrassend scherp en contrastrijk en maakt ondanks de kleine afmetingen de verwachtingen helemaal waar. Zeer waardevolle aanvulling van de Tamron-trinity die een compact alternatief vormt voor verglijkbare Sony-objectieven. Het objectief maakt een f/4-versie eigenlijk overbodig, maar is wel weer wat duurder dan de Tamron f/4. De prijs is in vergelijking met de Sony in ieder geval prima.
Beoordeling
Beeldkwaliteit: 8,5
Bediening: 9
Behuizing: 8,5
Prijs / kwaliteit: 9
+ Licht en compact
+ Uitstekende optische prestaties
+ Zeer handzaam
- Bokeh soms wat onrustig
Info tamron.eu