DIGIFOTO Awards

Review Nikon Z 70-200mm f/2.8 S: ‘De koning is dood, lang leve de koning’

Dre de Man 4304
Een kleine drie jaar geleden publiceerden we ons oordeel over de F-vatting versie van deze zoom, de AF-S Nikkor 70-200mm f/2.8E FL ED VR. Dat objectief bleek werkelijk uitstekend, eenvoudig verreweg de beste van de markt. Toch is er nu een nieuwe versie, met nieuwe Nikon Z-vatting. Zou het dan toch nog beter kunnen? We legden beide objectieven naast elkaar.

Telezooms voor spiegelloze camera’s wijken in principe niet veel af van die voor reflexcamera’s. De kortere afstand tussen vatting en sensor wordt namelijk niet gebruikt, want dan zou je een retrofocusconstructie moeten gebruiken in plaats van een teleconstructie. Dat zou het objectief juist langer in plaats van korter dan de brandpuntsafstand maken. Het voordeel van de Z-vatting voor langer teleobjectief is dus beperkt, dat wil zeggen voor wat de afstand tot de sensor betreft. 

De laatste elementen van het Z-objectief zitten dan ook verder van de vatting dan bij het F-objectief. Tel je daar dan weer de FTZ-adapter bij, dan komt je bijna op dezelfde afstand uit. Dat betekent meteen ook dat het Z-objectief iets langer is: 220mm in plaats van 202mm. Trek je de 27mm van de adapter er weer vanaf, dan is het Z-objectief 9 mm korter, maar dat scheelt bijna niets. Hetzelfde geldt voor het gewicht: de Z-versie is 1440 gram met statiefvoet, de F-versie 1430 gram.  Maar dat verschil zit hem statiefvoet, die is 10 gram zwaarder bij het Z-objectief (ook weer stabieler en gemaakt van een ander metaal(legering). De objectieven zijn dus zonder statiefvoet op de gram af even zwaar. De Z heeft 21 elementen in 18 groepen de, F 22 in 18 groepen.

 

Als Nikon had willen besparen op de ontwikkelingskosten van een nieuw objectief – dat al snel in de miljoenen loopt - dan had het gewoon een ingebouwde FTZ-adapter aan de huidige 70-200mm kunnen toevoegen, misschien nog Arneo-coating en dat was het dan wel. Op die manier had Nikon alsnog de beste 70-200 f/2.8 van de markt gehad. Dat kunstje zouden ze zelfs kunnen doen met alle teleobjectieven van Nikon, want die zijn allemaal van zeer hoog niveau. 

Maar zo denken ze bij Nikon dus niet. Met de Z-vatting heeft Nikon zichzelf de mogelijkheid te geven de best-denkbare objectieven te kunnen ontwerpen en die belofte moet waar worden gemaakt. Kijk je dan naar de opbouw, dan valt op dat de eerste lensgroep helemaal identiek is aan de F-versie. Maar vanaf die eerste groep verschillen de objectieven. Twee dingen vallen vooral op: het nieuwe objectief heeft twee asferische elementen én er is een mooie aparte telecentrische groep, zoals bij de andere Z-objectieven. Verder zie je dan dat de coating aangepast is en dat één element is gebruikt voor een nog betere correctie op kleurfouten (SR in plaats van HRI).

Wat zou je dus kunnen verwachten op basis van de opbouw? Meer contrast en scherpte in de randen en hoeken en een iets minder goed bokeh. Dat is dan ook wat ik in de praktijkopnamen terugvond, nog voor ik de doorsnede van het objectief bestudeerd had. Maar het beoordelen van praktijkopnamen heeft altijd een hoog natte-vingergehalte, onder meer omdat je sagittale en meridionale structuren niet goed kunt onderscheiden en natuurlijk omdat je de verschillen niet kunt kwantificeren, dus gaan we in het lab kijken.

LAB

Bij 70mm zien we meteen een opvallend verschil. De Z-versie levert een grafiek op die we nog niet eerder gezien hebben: hij loopt van f/2.8 tot f/5.6 vlak en gaat daarna naar beneden. Ook het microcontrast is dus bij volle opening al vrijwel maximaal, dat is uniek. De scherpte is bij de F-versie ook meteen al uitstekend en in de hoeken heel erg goed, maar het microcontrast loopt daarna nog op tot f/5.6. Beide objectieven worden bij f/8 weer wat minder en bij f/11 duidelijk minder, maar dat is diffractie en heeft (bijna) niets met de kwaliteit van de objectieven van doen. Bij de Z-versie is ook het microcontrast heel erg goed en zijn de hoeken nog weer iets beter. 

Bij 135mm, precies in het midden van het bereik, zien we een soortgelijk beeld. Weer is het contrast van de Z-versie bij volle opening veel hoger, vooral in de hoeken. In de meridionale structuren in de hoeken is het objectief net niet helemaal perfect, maar in feite gewoon nog steeds uitstekend. Voor meest veeleisende landschapsopnamen kan het hier lonen om tot f/5.6 te diafragmeren. Dat geldt sowieso voor de vignetering, ook bij de andere brandpuntsafstanden. 

Bij f/5.6 zijn beide versies overigens aan elkaar gelijk, bij de F-versie heeft het echter altijd zin om tot f/5.6 te diafragmeren. Bij de nog oudere versie, de VRII, was dat f/8. Zo zie je dus dat per objectiefgeneratie de noodzaak tot diafragmeren afneemt, maar ook dat de objectieven steeds beter geschikt worden voor sensoren met hogere resoluties, waarbij je minder ver wil diafragmeren. 

Bij 200mm doen beide objectieven het weer beter dan bij 135mm. Het contrast van de Z-versie is weer hoger, bij de versie voor de F-vatting zie je duidelijk nog wat sferische aberratie. 

Een ander verschil tussen beide objectieven betreft de kleurfouten. In het scherptevlak vind je die bij geen van beide objectieven, maar daarvóór en daarachter (dus in de onscherpte en op de overgangen van scherp naar onscherp) bij de versie voor de F-vatting nog wel. In feite is de Z-versie geen APO, maar een superachromaat.

Wel zien we wat vignetering, maar die is vrij normaal. Het bokeh is bij de Z-versie een klein beetje onrustiger. Grote vlakken zien er goed uit maar kleine structuren kunnen wat onrustiger zijn en aan de randen van bokeh-cirkels zie je dat ook. Een groot verschil is het echter niet, wie het neusje van de zalm qua bokeh wil hebben, zal sowieso de 85mm en 105mm f/1.4 en 200mm f/2 gebruiken, want dan heb je ook het voordeel van de grotere achtergrondonscherpte.

AF-S NIKKOR 70-200mm F/2.8 bij 70mm

NIKKOR Z 70-200mm F/2.8 VR S bij 70mm

Conclusie

De Nikon Z 70-200mm f/2.8 VR S is vooral door het gebruik van asferische elementen toch nog duidelijk beter dan de versie voor de F-vatting, vooral qua microcontrast in de hoeken. Dat is een indrukwekkende prestatie. Moet je nu als je een AF-S Nikkor 70-200mm f/2.8E FL ED VR hebt, deze meteen inruilen? Nee, maar voor wie een nieuw objectief koopt, is deze versie wel duidelijk aan te bevelen. Afgezien daarvan is het heel indrukwekkend om te zien hoe Nikon bij de Z-objectieven er steeds opnieuw in slaagt om unieke optische prestaties te leveren. 

Beoordeling

Beeldkwaliteit: 9,5
Bediening: 9
Behuizing: 9
Prijs/kwaliteit: 8

De Nikon Z 70-200mm f/2.8 S werd voor DIGIFOTO 5.2020 getest en beoordeeld met een Platina award!

Specificaties

  • Adviesprijs € 2.799,-
  • Brandpuntsafstand: 70-200mm
  • Maximaal diafragma: f/2.8
  • Minimaal diafragma: f/22
  • Diafragmabladen: 9
  • Lenselementen/groepen: 21/18
  • Minimale scherpstelafstand: 100cm bij 200mm, 50cm bij 70mm
  • Filtermaat: 77mm
  • Gewicht: 1,43 kg
  • Info: nikon.nl
afbeelding van Dre de Man

Dre de Man | Redacteur

Bekijk alle artikelen van Dre