Review Nikon Z 400mm f/4.5 VR S

Review Nikon Z 400mm f/4.5 VR S

Redactie DIGIFOTO Pro 1722
Eerst testten we de AF-S Nikkor 500mm f/5.6E PF ED VR voor de F-vatting getest. Een zeer geliefd objectief, vanwege de combinatie van een relatief geringe prijs, en een kleine omvang en gewicht en een hoge beeldkwaliteit. De Nikkor Z 400mm f/4.5 VR S is de pendant voor de Z-vatting: klein, licht, betaalbaar, duidelijk lichtsterker en iets korter. Is het nieuwe objectief een betere keuze?

Dit artikel is geschreven door Dré de Man en gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 5.2022 

Uit onze review van de AF-S 500mm f/5.6 PF ED VR blijkt dat het een uitstekend objectief is en dat het ook zeer goed presteert in combinatie met converters. Je zou denken: als je de vatting drie centimeter langer maakt, dan heb je een prima Z-objectief zonder ontwikkelkosten. Nikon nam een andere beslissing.

De 400mm f/4.5 is nog lichter en kleiner dan de 500mm f/5.6. Als je het precies wil weten: de 500mm f/5.6 is 1460 gram met statiefvoet, 237 millimeter lang en kost € 4.199,-, de 400mm f/4.5 is 1245 gram, 234,5 millimeter en kost € 3.699,-. Als je dan ook nog eens bedenkt dat je een FtZ-adapter bij de lengte en het gewicht van de 500mm moet optellen dan is het duidelijk: de 400mm is een heel serieus alternatief. De afmetingen en het gewicht van de 100-400mm (222 mm en 1435 g met statiefgondel) zijn trouwens vergelijkbaar, de adviesprijs is € 2.999,-.  Dat objectief heeft natuurlijk het voordeel van de universaliteit, maar vergeleken met de 400mm f/4.5 lever je 2/3 stop in. 

Bouw

Kijk je naar de opbouw van de 400mm, dan valt op hoe symmetrisch het objectief is. Dat is sowieso opvallend bij de nieuwe Nikon-tele’s: Nikon is de laatste jaren steeds meer overgegaan van de typische zeer asymmetrische tele-bouw (enkel zeer grote positieve lenselementen aan het begin en aan het eind een kleine concave tele-groep die lichtstralen min of meer parallel doet lopen) op een meer symmetrische bouw met aan het eind een bijna teleconverter-achtige groep. Kennelijk biedt deze nieuwe opbouw voordelen met betrekking tot gewicht, afmetingen en afbeeldingskwaliteiten. In ieder geval wordt bij die laatste teleobjectieven geen gebruik gemaakt van fluoriet, al evenmin van PF, maar uitsluitend van ED, super ED en SR-elementen en relatief normaal glas. 

Met de keus voor een symmetrisch-achtige constructie wijkt Nikon ook af van de concurrentie. Sowieso is Nikon de enige die objectieven aanbiedt met deze combinatie van afmetingen en lichtsterkte. Canon houdt het op objectieven met óf een hoge lichtsterkte (zoals Nikon die ook heeft) óf met f/11. Sony heeft geen vaste brandpunten met een gemiddelde of geringe lichtsterkte en andere aanbieders evenmin. We zagen die opbouw voor het eerst bij de 400m f/2.8 TC, een objectief dat het ook al erg goed deed met converters al was er een heel klein voorzetje we bij de AF-S NIKKOR 180-400mm f/4E TC1.4 FL ED VR. 

Nikon Z 400mm f/4.5 VR S in de praktijk

Bij de review van de 500mm f/5.6 schreef ik: ‘Van dichtbij heeft het toch ook wel iets van een Bonsai-tele: het is veel kleiner dan het op een afbeelding lijkt. Bovendien is het vrij licht en uiterst goed hanteerbaar.’ Voor de 400mm geldt hetzelfde, maar dan in nog iets sterkere mate. Wie de objectieven van net iets meer dan een stop meer lichtsterkte en de 600mm f/4 van Nikon en ander merken niet kent, valt het misschien niet op, maar de beide Nikon-objectieven (dus zowel de 400mm als de 500mm) zijn qua gewicht en omvang van een heel andere orde dan de grote jongens. Die zijn ideaal voor wie het uiterste wil qua lichtsterkte, maar hier geldt ook de wet van de verminderde meeropbrengst: voor iets meer lichtsterkte moet je heel veel meer betalen én meesjouwen.

Kortom: het is voor iedereen die niet de uiterste lichtsterkte nodig heeft, een ontzettend prettig objectief, dat goed in een tas past en die kilo extra merk je meestal niet. Het wordt geleverd met een afneembare statiefvoet en deze is gelukkig weer erg stevig. Het objectief is spatwaterdicht en beschermd tegen stof en dat betekent bij Nikon dat het in vrijwel alle denkbare omstandigheden gewoon blijft werken. Verder zijn er om vier focusfunctieknoppen, waaraan je in het menu persoonlijke instellingen functies kunt geven als AF-On of het vasthouden of terugkeren naar een scherpstelpositie. 

VR werkt uitstekend, in dit geval met de standen normaal en sport. Die laatste stand heeft betrekking op situaties waarin hetzij het onderwerp, hetzij jijzelf onverwacht beweegt. Nikon geeft maar liefst 5.5 stop CIPA-winst aan en dat is 1.5 stop meer dan bij de 500mm. Dat houdt in de praktijk in dat je (relatief) lagere ISO-waarden kunt kiezen met de 400mm f/4.5 dan met de 500mm f/5.6 en tests bevestigden dat. Net als bij de 500mm is er wat meer uit te halen, maar uiteraard niet wanneer je heel snel moet reageren. 

Lichtsterkte

Kijk je naar de lichtsterkte, met en zonder converters, dan ligt het maar net aan de situatie hoe groot het voordeel van de extra lichtsterkte van de 400mm is. Zonder converter is het duidelijk: je krijgt bijna hetzelfde beeld als met de 500mm maar je hebt wel bijna een stop meer lichtsterkte en in vergelijking met de 100-400mm geldt dat nog sterker. Uiteraard houdt dat ook in dat je - zeker met weinig licht -  beter en sneller kunt scherpstellen. Zelfs wanneer je echt moet croppen om hetzelfde eindresultaat te bereiken, dan is dat maar 25 procent. Dan blijft er vrijwel precies een halve stop winst over en in de praktijk nog meer, dankzij de betere VR

Met converters ligt het iets ingewikkelder. Het ligt er dan maar net aan welke converter je met welk objectief gebruikt. Crop je met de 400mm + 1.4x dan heb je weer het voordeel van de lichtsterkte en de beter scherpstelling. Maar crop je met de 500mm + 1.4 x vergeleken met de 400mm + 2x dan heb je 1/3 stop winst min het verlies van het croppen, dus kom je vrijwel op hetzelfde resultaat uit – ware het niet dat de beter VR van de 400mm dan toch nog voordeel oplevert, zie hierna. Kortom: zonder converters een duidelijk voordeel voor de 400mm, met converters alleen dankzij de betere VR. Dat allemaal over de lichtsterkte, maar we moeten natuurlijk ook nog kijken hoe goed beide objectieven met en zonder de verschillende converters het doen qua scherpte.

Als je naar de MTF’s kijkt, dan lijkt die vraag moeilijk te beantwoorden. Ze zien er heel goed uit voor beide objectieven, maar de 400mm is meridionaal (dus in cirkels rondom het middelpunt) nét iets minder goed. De hamvraag is dan natuurlijk hoe beide objectieven het doe met converters en dat kun je niet uit de MTF’s afleiden, nog afgezien van het feit dat MTF’s niet echt alleen iets zeggen over de scherpte in combinatie met een sensor met een oneindig grote resolutie. In onze tests, in combinatie met een camera, zien we regelmatig dat verschillen in MTF’s niet meer zichtbaar zijn of juist heel anders uitpakken.

LAB

In dit geval was de LAB-test dus wel heel spannend. In de praktijk leek het al alsof het objectief met de 2x converter meer contrast had dan de 500mm met de 2x converter en zelfs ongeveer evenveel als de 500mm met de 1,4x. Maar bij praktijkfoto’s is het licht steeds verschillend dus is het moeilijk  onmogelijk om dan een objectief oordeel te vellen. Daarvoor hebben we de LAB-test.

Zonder converter zin de resultaten vrij saai: meteen vrijwel ideale resultaten bij volle opening, en vanaf f/11 zorgt de onvermijdelijke diffractie voor weer een beetje verlies. Dat verschilt dus niet zo vele van de 500mm. Maar vreemd genoeg in het licht van de MTF’s, zijn de resultaten beter dan die van de 500mm. Bij volle opening zit je ook in de hoeken al op de diffractie-grens, herkenbaar aan het moiré. Beter kan het dus niet. Dat haalde de 500mm nét niet. Er is ook niets terug te vinden van een lagere resolutie bij meridionale structuren, kennelijk speelt dat niet in combinatie met de camera, dat zagen we al eerder. 

De grote verrassing komt bij de combinatie met de 1.4x: er is bij volle opening nauwelijks of niet een achteruitgang te zien. Bij de combinatie met de 2.0x zien we dan eindelijk wel een kleine achteruitgang, vergelijkbaar met die van de TC-E14 in combinatie met de 500mm. Toch is het centrum nog steeds heel erg goed en alleen de uiterste hoeken net wat minder. 

Kennelijk hebben de ontwerpers van de 400mm f/4.5 heel goed naar de 500mm gekeken, want de 400mm doet het ook daar waar de 500mm nét iets minder is, nog steeds heel goed: in combinatie met de 2x converter. Op alle gebieden: scherpte tot in de hoeken, microcontrast én bokeh. De 400m met 2x converter is beter dan de 500mm met de 1.4 x.

Conclusie

Ik kan er niets aan doen: het objectief is echt alle opzichten de meerdere van de toch al goede 500mm. Ik denk dat dat alles te maken heeft met de symmetrisch-achtige opbouw, die het mogelijk maakt echt goede prestaties te bereiken met converters. Maar waardoor het ook komt, het eindresultaat is een vrijwel ideaal objectief.

Beoordeling Nikon Z 400mm f/4.5 VR S

  • Beeldkwaliteit: 9,5
  • Snelheid: 9
  • Bouwkwaliteit: 9
  • Prijs/kwaliteit: 9,5

Specificaties Nikon Z 400mm f/4.5 VR S

Adviesprijs: € 3.699,-
Info: nikon.nl


 
afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie