DIGIFOTO Awards

Review Nikon Nikkor Z 58mm f/0.95 S Noct, compromisloos goed

Redactie DIGIFOTO Pro 3482
De Nikkor Z 58mm f/0.95 S Noct zou het bewijs moeten leveren dat de nieuwe vattingen voor spiegelloze camera’s grote voordelen bieden en meer in het bijzonder die van Nikon. Is het werkelijk zo goed als Nikon beweert?

Nikon benadrukte bij de introductie van de Nikon Z-camera’s de mogelijkheden om dankzij de nieuwe Z-vatting exceptionele lichtsterke objectieven met gemiddelde en kortere brandpuntsafstanden te ontwerpen. De unieke combinatie van een zeer kleine afstand tussen vatting en sensor en een zeer grote diameter van de vatting maakt het allemaal mogelijk. Het was dan ook geen verrassing dat kort nadat de eerste geruchten over het Nikon Z-systeem bij Nikonrumors opdoken, een patent voor een superlichtsterk 58 mm-objectief werd ontdekt.

De naam Noct brengt verplichtingen met zich mee. Hij refereert aan de Noct Nikkor 58mm f/1.2. Dat objectief is vermaard vanwege zijn voor die tijd uitstekende afbeeldingseigenschappen bij volle opening en vanwege zijn bokeh. Het objectief dateert uit 1977, nog vóór autofocus. Het was aan de achterkant ook zo breed, dat er geen plaats geweest zou zijn voor de elektrische contacten van een AF-objectief in de F-vatting. Sinds de introductie van autofocus wachten Nikon-gebruikers dus op een opvolger van de Noct-Nikkor. De in 2013 geïntroduceerde 58 mm f/1.4 G werd door ontwerper Haruro Sato een driedimensionale hifi-lens genoemd en hij had gelijk, in die zin dat de beeldoverdracht van het objectief heel erg bijzonder is. Maar de F-vatting beperkte het ontwerp te veel om het net zo revolutionair te maken als de Noct ooit was toen het in 1977 werd geïntroduceerd.

Nu is er dus eindelijk een nieuwe Noct. Bijna een diafragmastop lichtsterker dan de oude Noct, inflatie gecorrigeerd ongeveer even duur, vrijwel precies twee keer zo breed en lang en dus ook vier keer zo zwaar én zonder autofocus.

Lees ook: Anders dan anders; eye-AF bij Nikon

Compromisloos

Misschien moeten we daarmee beginnen. Net als de Zeiss Otus-serie en nog een paar bijzondere objectieven beschikt de Noct niet over autofocus. De redenen daarvoor zijn vrij simpel: de Noct is een vrij compromisloos objectief. Het bestaat uit zeventien grote en zware elementen. Om redelijk snelle autofocus mogelijk te maken, had Nikon een groep kleine elementen in het ontwerp op moeten nemen die gemakkelijk kunnen bewegen binnen in het objectief. Bij een extreem lichtsterk (standaard)objectief is dat niet mogelijk zonder de prestaties ervan te verkleinen.

Daarmee komen we bij de eerst vraag die we moeten beantwoorden: hoe groot zijn die prestaties? Andere f/0.95-objectieven zoals de Leica Noctilux 50mm f/0.95 verschillen nogal qua prijs en grootte, maar ze hebben één ding gemeen: ze zijn bij volle opening zacht, zeker aan de randen en hebben slechte hoeken die nooit echt goed worden. Daarnaast is het bokeh vaak ook niet zo mooi als je zou willen.

De eerste test met het objectief was dan ook niet technisch, maar praktisch: een etalagepop (om praktische redenen, want mijn model was ziek) bij de grootste openingen met wat lichtjes op de achtergrond voor het bokeh.

Het was goed dat die foto’s tegelijk met een referentie-objectief gemaakt zijn, want de eerste resultaten leken te mooi om waar te zijn. De scherpte en het contrast zijn exceptioneel: geen enkel objectief is bij f/1.4 of zelfs f/1.8 zo goed. Diafragmeren heeft voor de centrumscherpte nauwelijks zin, er is geen zichtbare verbetering. Bij f/5.6 begint de scherpte iets af te nemen door diffractie en daartussenin is het objectief eigenlijk te goed voor de 45 megapixel-sensor van de Nikon Z 7. Uit de tetsresultaten kun je veilig extrapoleren dat ook bij 100 megapixel het objectief nog steeds extreem goed zal scoren.

Bokeh

Dan het bokeh. Ook hier een praktijktest en zelfs een heel gemene: de lichtjes waren (ook) geplaatst in de hoek van het beeld om precies te zien wanneer het zogenoemde kattenoogbokeh zou verdwijnen. Kattenoogbokeh is het effect dat in de hoeken en aan de rand bij grotere diafragma’s ronde bokehvormen (bokehballen) ellipsvormig afgebeeld worden, als een kattenoog dus.

Bij f/0.95 is het effect duidelijk te zien, niet extreem, maar wel zichtbaar. Bij f/1.2 echter zijn de kattenogen al mooi afgerond en bij f/1.4 (de lichtsterkte waar andere objectieven mee beginnen) is het verdwenen! Het bokeh zelf is ook erg mooi, geen spoor van uienringen en het is zelfs nog beter dan dat van de AF-S 58mm f/1.4 G, dat al een exceptioneel goed bokeh heeft. Hier zien we dus de zeer zeldzame combinatie van een zeer hoge scherpte tot in de hoeken met een prachtig bokeh.

LAB

In het lab werden de testresultaten alleen maar bevestigd. De scherpte is ook gemeten vrijwel het theoretisch maximum in combinatie met de Nikon Z 7 en die scherpte blijft voor een groot deel van het beeld gehandhaafd. De grafiek laat hier niet eens het echte beeld zien, omdat de hoeken van het beeld zo klein zijn. Ook het microcontrast is heel erg goed. Alleen de alleruiterste hoekjes zijn minder goed, met name qua (micro)contrast, maar dat verandert heel snel bij diafragmeren. Het objectief beantwoordt aan de standaardregel voor niet al te lichtsterke objectieven, dat het na twee à drie diafragma’s al vrijwel optimaal is. Bij de Noct is dat dan al tussen f/2 en f/2.8! De hoekjes zijn een stuk kleiner dan het deel van het beeld dat bij film (16 : 9) afgesneden wordt. Bij film bereikt het objectief dus bij ieder diafragma ook bij 8k de hoogst denkbare scherpte. Die neemt alleen af door diffractie (het objectief is dus voor film diffractie-gelimiteerd). Verder zijn er heel weinig beeldfouten: geen astigmatisme, vrijwel geen coma of laterale CA, erg in toom gehouden axiale CA en geringe vertekening (al wordt die normaal in de camera of software gecorrigeerd). 

Conclusie

Het is het lichtsterkste objectief dat we getest hebben, maar ook het beste. Het objectief is groot, zwaar en duur, maar de kwaliteit is er ook naar. Het is opvallend gemakkelijk om er handmatig mee scherp te stellen.

Beoordeling

Beeldkwaliteit 10
Bediening         9
Behuizing         9
Prijs/kwaliteit    8       

Adviesprijs: € 8.999,-
Info: nikon.nl

Meer over scherpte en scherpstellen

In de optica zijn niet alle objectieven gelijk. Het corrigeren van beeldfouten wordt een stuk moeilijker als je een f/0.95-objectief wilt maken voor full frame met een redelijk gezichtsveld. Longitudinale sferische aberratie en coma worden sterker met het kwadraat van de lichtsterkte, transversale sferische aberratie zelfs met de derde macht ervan. De Noct vertoont dat soort fouten nauwelijks of niet. Dat is een fenomenale prestatie.

Maar wat me echt verbaasde, was dat het heel gemakkelijk was om handmatig scherp te stellen. Ik maakte een serie foto’s bij weinig licht terwijl ik rond een onderwerp liep (nou ja, een pop) en door gewoon door de zoeker te kijken, kreeg ik een uitstekende score van scherpe foto’s (ca. 95%). Het werkte zo goed dat peaking een stuk minder exact en veel minder nuttig bleek te zijn. Achteraf begreep ik waarom. Ten eerste heeft het objectief bij volle opening al een uitstekend contrast en dito scherpte. Ten tweede: de geringe scherptediepte helpt. Zodra je scherpstelt, zie je je focuspunt bewegen. Ten derde: terwijl bij f/4 de focusfout mogelijk het verschil is tussen het rechter- en het linkeroog, is dat bij f/0.95 het verschil tussen de voorkant of het midden van de wimpers. In het eerste geval valt een mogelijke fout veel meer op. Het gemak van scherpstellen kan echter in een individueel geval anders zijn, je moet wel een goede gezichtsscherpte hebben.

Dit artikel werd gepubliceerd in DIGIFOTO 6.2019 Tekst door Dré de Man, fotografie door Christian Ammann
Met dank aan: Foto Hans Keuzekamp Zwolle voor het beschikbaar stellen van het objectief

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie