Altijd scherpe foto's door je objectief te kalibreren

Altijd scherpe foto's door je objectief te kalibreren

Redactie DIGIFOTO Pro 5848

Onbedoeld onscherpe foto's zijn heel vervelend. De oplossing is vaak: je objectief kalibreren! In dit artikel lees je over het wat, hoe en waarom van lenskalibratie.

Stel je eens voor; je hebt een hele dag gefotografeerd. In de zoeker en de voorvertoning op het lcd-schermpje van je camera zagen de foto's er allemaal scherp uit. Eenmaal thuis kom je er toch achter dat de foto's toch niet helemaal scherp zijn. Vooral wanneer je met een groot diafragma hebt gefotografeerd zoals bij portretfotografie, valt het op. Het is dan ook enorm vervelend wanneer je erachter komt dat het topje van iemands neus scherp is in plaats van de ogen waar je op mikte.

Onscherpe foto's voorkomen door objectief kalibreren

Natuurlijk kan het een bewuste stijlkeuze zijn, maar in de meeste gevallen wil je dat je foto scherp is op het belangrijkste gedeelte van de foto. Dat kies je door je scherpstelpunt te verleggen, handmatige scherpstelling te kiezen of te vertrouwen op de autofocus van je camera. Negen van de tien keer werkt dat prima. Maar soms kom je er dus achter dat de foto's toch niet helemaal scherp zijn waar jij dat zou willen. En dat terwijl je wel gewoon netjes hebt scherp gesteld! Dan kan er een probleem zijn in je objectief waardoor het net voor of achter het onderwerp wordt afgesteld. De oplossing is het objectief kalibreren.

DIY-oplossingen voor lenskalibratie

Veel camera’s bieden in het menu de mogelijkheid tot lens kalibratie. Vroeger moest de lens daarvoor opgestuurd worden naar de fabrikant, maar nu kun je het vaak zelf doen Je moet dan wel eerst uitzoeken wat de afwijking precies is. 

Je kunt bijvoorbeeld een Spyder Lenscal gebruiken. Deze bestaat uit een bodemplaat en een plastic plaatje met een liniaal ernaast. Wanneer je het plaatje omhoog zet, komt de liniaal, die scherpteliniaal genoemd wordt, automatisch in een hoek van 45 graden te staan. Het plaatje heeft zwarte en witte vierkantjes; de focusplaat. De Lenscal heeft een statiefaansluiting, dus je kunt hem op een statief plaatsen. Hij moet in elk geval stevig staan, op dezelfde hoogte als je camera. Op deze manier kun je met verschillende afstanden tussen de camera en het focuspunt aan de slag. De bodemplaat heeft een waterpas. Voor de juiste meting is het namelijk erg belangrijk dat de Lenscal helemaal vlak staat.

De ideale afstand tot de Lenscal is afhankelijk van de brandpuntsafstand van je lens. De fabrikant raadt aan om deze met 5 tot 10 te vermenigvuldigen. Gebruik je bijvoorbeeld een 100mm lens, dan wordt een meter (= 100 x 10 = 1000mm) aanbevolen. Controleer een zoomlens meteen op verschillende afstanden.

Zet de camera op de aperture stand en selecteer de laagst mogelijke diafragmawaarde (b.v. f2.8). Dit is belangrijk omdat anders de afwijking veel minder nauwkeurig te zien is. Je hebt toch een kleine scherptediepte. Zet voor het beste resultaat de beeldstabilisatie uit en gebruik alleen het middelste focuspunt. Stel scherp op het kleine vierkantje en maak een foto.

  • Lees ook: Foto's op een groot scherm zoals je tv bekijken

Controle

De foto’s die je gemaakt hebt controleer je op de computer, door helemaal in te zoomen op het punt waar de focus lag; het kleine vierkant en de 0 op de liniaal. Die zouden scherp moeten zijn. Door op de 0 in te zoomen kun je goed zien tot waar het scherptevlak reikt.

Kalibratie van alle objectieven nakijken

Het meten van de afwijking van je lens is een klus die je met precisie moet uitvoeren. Het kost dus wat tijd. Daarom is het geen slecht idee om, als je de opstelling hebt staan, meteen al je objectieven na te kijken. Let wel dat de ideale afstand tot de Lenscal per objectief anders is.

Klaar? Kalibreren maar!

Op veel camera’s kun je het objectief vervolgens in het menu kalibreren, soms zelfs op verschillende brandpuntsafstanden. De minwaarden is om backfocus te corrigeren (door de camera dichterbij te laten scherpstellen) en de pluswaarden zijn voor de frontfocus. Het kalibreren van telelenzen is verder een stuk makkelijker dan (extreme) groothoeklenzen. Hoe groter de hoek, hoe lastiger het is om nauwkeurig scherp te stellen. En als je inzoomt is het resultaat ook een stuk kleiner. De camera onthoudt met welke instellingen een objectief gekalibreerd is, dus je hoeft dit maar een keer te doen.

Er is niks zo vervelend als onbedoeld onscherpte foto's. De oplossing is vaak: je objectief kalibreren!

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie