Mooi, slim en snel | Nikon Zf

Redactie DIGIFOTO Pro 682

De Nikon Z f is de mooiste Nikon sinds decennia en waarschijnlijk zelfs de mooiste retro-camera. Maar qua prijs en specificaties is het een hele serieuze concurrent van veel minder mooie camera’s van de concurrentie én van Nikon zelf. Is deze camera net zo goed als hij mooi is?

In 2013 introduceerde Nikon de Df, de eerste digitale Nikon die leek op de camera’s waarmee Nikon beroemd geworden was: de reflexcamera’s uit de jaren zestig, zeventig en tachtig. Dat was meer een camera waarvan van te voren duidelijk was, dat die een vrij kleine markt zou bereiken: verzamelaars en Nikon-fans. Dat maakte de camera ook vrij duur. De camera was door de combinatie van een spiegel en een sensor en LCD ook te dik om écht te lijken op pakweg een Nikon FM of FE. 

Maar de jaren daarna zouden zich nieuwe groepen van geïnteresseerden in een dergelijke camera aandienen: influencers én hun volgers en andere jonge mensen die producten uit de tijd van hun grootouders heel erg cool vonden. Tel daarbij hun ouders en grootouders op, en je hebt ineens een veel grotere markt en dat maakte een lagere prijs mogelijk en dus nóg weer een grotere markt. Daarom introduceerde Nikon in 2021 de Z fc. Die werd heel goed ontvangen en bereikt nog steeds goede verkoopcijfers. Technisch gezien is het een Z 50, dus een APS-C camera. Met die camera ontstond ook meteen de vraag naar een fullframe-versie. 

Deze keer wachtte Nikon niet zo lang en twee jaar later - nu dus - komt Nikon met een fullframe-versie. Is de Nikon Z fc technisch een Z 50, de Z f is een nieuw model dat eigenschappen van de Z 6II en de Z 8 combineert – maar dan voor een prijs die dezelfde is als die van de Z 6II bij introductie. Hier lijkt Nikon dus de succesvolle strategie die begon met de D800 ( de combinatie van verschillende marktsegmenten in één product) opnieuw toe te passen en dat zou weleens een schot in de roos kunnen worden.

Laten we eens naar de details kijken. Om te beginnen het meest opvallende aspect van de camera: het uiterlijk. Deze camera lijkt nét nog iets meer op de Nikon FM2 uit 1981 dan de Z fc. Het enige opvallende uiterlijke verschil tussen de twee camera’s, is de monitor (volledig draai en kantelbaar, dat moest natuurlijk vanwege de influencers). Bij de Z f is Nikon nóg verder gegaan in de overeenkomsten met de FM2 dan bij de Z fc door onder meer de knoppen ook van metaal te maken. Er is nog maar een heel klein beetje plastic gebruikt en dat is alleen vanwege de wifi. De zwart verf zal als je de camera heel intensief gebruikt op de messingknoppen, op sommige plaatsen afslijten, zodat er een mooi patina ontstaat: de camera wordt dan nog mooier. Bijkomend voordeel van de metalen knoppen: als je hem vastpakt, krijg je het idee dat je met een heel speciaal product te maken hebt, het back to the future-idee wordt nog eens versterkt.

De Z f is twee tot vier centimeter dunner dan vergelijkbare camera’s. Dat heeft ook een nadeel: er was geen plaats voor een CF-Express-kaart dus moet de camera het doen met een SDHC en een micro-SD-sleuf in het batterijvak. Niet handig op statief en het beperkt het aantal opnamen per seconden in RAW tot 11 bps in plaats van 14, langzamer dan de Z 6II maar nog steeds sneller dan bijna alle concurrerende camera’s. Maar de buffer van de Z f is zeer indrukwekkend: zelfs in RAW (high efficiency) haalt de camera 200 opnamen en met RAW compressed 186. Je zou ook kunnen zeggen dat die 11 in plaats van 14 bps de (kleine) prijs is die je betaalt voor de schoonheid van de camera. 

Bij het ontbreken van een handgreep ligt het iets anders. In combinatie met grote objectieven of bij het fotograferen met één hand, is dat een nadeel. Maar voor dit probleem is een eenvoudige en als je er op tijd bij bent, gratis, oplossing: een extra handgreep van Smallrig die eruitziet alsof het officieel Nikon-accessoire is. Mooi voor Kerst: zo koop je twee cadeaus voor de prijs van één!

 

Camera: Nikon Zf

ISO 5600

Diafragma f/6,3

Sluitertijd 1/500 s

Objectief Nikkor Z 180-600mm f6.3

 

Z 8-software zonder stacked sensor: werkt dat?

Bij de Nikon FM2 stelde je handmatig scherp: autofocus bestond nog niet behalve in een enkele speciale camera zoals de Nikon F3AF. Op dit punt wijkt de Z f ook het meest af van zijn voorganger van een halve eeuw geleden: Nikon heeft de nieuwste AF-technieken toegepast gebaseerd op de software en de Expeed 7 processor van de Z 8. Maar wacht even, de Z f mist de dure stacked sensor van de Z 8 en de Z 9. Zou dat wel zin hebben? Om die vraag te beantwoorden, begon ik met de standaardtest: het fotograferen van voorbijrijdende auto’s. Dat werkte erg goed, de camera bleek veel sneller te zijn dan de Z6II (die ik ook tot mijn beschikking had).

Dat maakte het noodzakelijk het de camera echt moeilijk te gaan maken: vogels in de vlucht aan het eind van een donkere winterdag. Hier bleek de Z f een soort wolf in schaapskleren: de camera wist beter en sneller scherp te stellen dan enkele duidelijk duurdere modellen van andere merken. Dankzij de Expeed 7 processor functioneert de onderwerpsherkenning heel erg goed en kennelijk maakt dat het scherpstellen ook zonder stacked sensor een heel stuk sneller. Alleen bij onderwerpen die niet herkenbaar waren deed de camera het minder goed, maar dat speelt zelden of nooit een rol. Laat ik er meteen aan toevoegen: de Z f is geen Z 8. Het verschil met de Z 6II is echter opmerkelijk groot, en in heel veel situaties laat de Z f niets te wensen over qua scherpstelsnelheid of -precisie.

Het blijft natuurlijk gissen naar hoeveel beter een stacked sensor het gedaan zou hebben, maar gezien de vrij lage prijs van de Z f is die vraag niet zo heel relevant. Je zou kunnen zeggen: met de Z f krijg je een veel betere scherpstelling dan de meeste gebruikers ooit nodig zullen hebben. En natuurlijk kun je, bijvoorbeeld met objectieven uit die tijd, ook nog gewoon scherpstellen op de manier van de FM2 uit 1981. In dat geval krijg je zelfs hulp uit de toekomst: ook bij handmatige scherpstelling werkt de onderwerpsherkenning, dus je krijgt een bevestiging van de juiste scherpstelling op het oog van de geportretteerde! Die onderwerpsherkenning wordt bovendien gebruikt voor de stabilisatie.

Sensor, IBIS en sensor shift

We gaven het al aan; de sensor van de Z f is duidelijk een andere dan die van de Z 8 en Z 9. Het is geen stacked sensor (een stacked sensor heeft een extra laag voor extreem snelle berekeningen op de sensor). De sensor van de Z f is duidelijk een andere dan die van de Z 8 en Z 9. Het is geen stacked sensor (een stacked sensor heeft een extra laag voor extreem snelle berekeningen op de sensor). Hij lijkt in veel opzichten op de sensor van de Z6 II, dus een 24 megapixel BSI (back side illuminated) sensor (een BSI-sensor biedt voordelen met betrekking ruisarmoede en dynamiek). Toch zijn er wijzigingen. Het aantal AF-punten is gelijk, maar bij auto-Area-AF uitgebreid van 273 naar 299 en van 88% horizontaal naar 96% horizontaal. Verder is de verwerking door de Expeed processor beter. Daardoor is ook de ruis van jpg’s bij hoge ISO-waarden duidelijk geringer is. De maximale ISO-waarde ten opzichte van de Z 6II is verdubbeld (zowel bij nominaal als bij verhoogd). Normaliter is dat niet zo belangrijk maar omdat de Z f de snelste serie-opnamen maakt met (30 bps waarbij de camera al vóór het afdrukken begint met fotograferen, pre release capture!) is dat belangrijker dan je zou denken. De tweede wijziging is dat de sensor nu beschikt over een iets gewijzigde stabilisatie, oftewel IBIS.

Volgens de officiële CIPA-cijfers hebben we nu maar liefst 8 stops winst, dus 2,5 stops méér dan de Z6(II). Nu zijn die CIPA-cijfers vanwege de testmethode weinigzeggend. Toch kun je echt een verbetering verwachten. Het verschil is namelijk dat in grotere mate en ook bij gebruik van oudere objectieven, de camera de stabilisatie richt op het onderwerp. Dat biedt twee grote voordelen. 

De camerabeweging die ontstaat bij het afdrukken, is als het ware cirkelvormig en draait niet om de optische as. Dat houdt in dat die beweging sterk is op verschillende punten in het beeld. Wanneer je de stabilisatie dan richt op het onderwerp is die optimaal: niet te groot (levert onscherpte op) en niet te klein (levert ook onscherpte op). Tweede voordeel: bij het volgen van een onderwerp (pannen) werkt de stabilisatie ook beter, met name met objectieven zonder optische (ingebouwde) stabilisatie/VR. 

 

Camera: Nikon Zf

ISO 250

Diafragma f/6,0

Sluitertijd 1/60 s

Objectief Nikkor Z 180-600mm f6.3 

 

Video

Op het gebied van video zien we 10 bit en N-log in de camera in plaats van via HDMI, dat is een stap vooruit vergeleken met de Z 6II. Ook kunnen we nu waveforms inschakelen, ook heel handig. 4k60 wordt alleen bij APS-C bereikt maar dat is bij de concurrentie ook zo. Bij 4k30 maakt de camera gebruik van de gehele sensorbreedte. Video-kwaliteit is uitstekend, óók in APS-C. De Z f heeft niet de snelle elektronische sluiter van de Z 8/9 dus rolling shutter is 22ms, dezelfde waarde als van de Z 6II.

Pixel shift maar nu serieus

Sinds jaar en dag bestaat er een truc om serie-opnamen te maken en de camera licht te bewegen. Voeg je die samen in Photoshop, dan krijg je, als de beweging van de camera minder dan één pixel bedraagt, een scherpere foto. Heb je een sensor die vanwege stabilisatie kan bewegen (IBIS), dan kun je het ook op een gecontroleerde manier doen. Verschillende merken hanteren daarom tegenwoordig een tactiek waarbij je een serie opnamen maakt terwijl de sensor een halve pixel verschuift. Dat levert dan in principe in iedere richting dubbel zo veel resolutie op, dus vier keer zoveel megapixels. In principe, want meestal is de winst nogal beperkt en is de winst in de hoeken nauwelijks zichtbaar. Je krijgt dan dus foto’s met onscherpe hoeken en zelfs randen. De reden? De objectieven zijn qua hoekscherpte niet opgewassen tegen de hogere eisen. Afgezien daarvan belemmert de diffractie – zie hierna – de winst enorm, ook in het beeldcentrum. 

We komen er in een apart artikel nog op terug, maar om écht te profiteren van pixel shift heb je objectieven nodig die bij vrij grote diafragma’s al optimaal functioneren. Waarden als 400 megapixel zijn daarom alleen interessant voor de marketing, omdat je daarvoor objectieven nodig hebt die bij diafragma f/2,5 al optimale scherpte, óók in de hoeken, bereiken. Die zijn er vrijwel niet, zeker buiten Nikon.

De Z f is om meerdere redenen de ideale camera voor pixel shift. Uiteraard heeft hij sensor-stabilisatie. Maar in de tweede plaats heeft de camera ‘maar’ 24 megapixel. Vermenigvuldig je dat met vier dan kom je op 96 megapixel. Volgens mijn berekeningen heb je dan ‘pas’ last van diffractie vanaf diafragmawaarden tussen f/5,6 en f/5,0. Laten nu vrijwel alle NIKKOR Z-objectieven uit de S-klasse dankzij het ontwerp voor de technisch ideale Z-vatting aan dat criterium voldoen! (De objectieven uit de F-serie hebben vaak hun optimum pas bij f/8, op enkele zeer recente uitzonderingen na).  

Een groot voordeel is bovendien dat bij Nikon pixel shift opnamen gewoon in RAW gemaakt kunnen worden. Het samenvoegen ervan gebeurt dan in de Nikon-Software NX-Studio, die een meer dan uitstekende beeldkwaliteit oplevert.

Volgens mijn tests werkt het uitstekend en heb je weinig last van bewegende blaadjes – waarschijnlijk ook omdat 96 megapixel niet al te extreem is. De Nikon Z f is op dit moment de enige Nikon-camera met pixel shift. Mogelijk wordt het wel beschikbaar in andere camera’s, maar het zal bij een camera als de Z 8 minder voordeel opleveren, omdat je dan toch eerder met diffractie geconfronteerd wordt. De uiteindelijke resolutie zal daarom naar schatting niet veel groter zijn dan die van de Z f – tenzij je een objectief kunt gebruiken dat al bij f/2 optimaal is, zoals de Noct-Nikkor. Pixel shift is vanwege diffractie ideaal in combinatie met een vrij grote sensor met een vrij klein aantal megapixels - zoals die van de Z f.

De techniek heeft wel beperkingen: beweging van het onderwerp. Bij landschapsfoto’s moet je dan denken aan takken en bladeren. Bij mijn test werkte het echter prima en de kwaliteit was echt indrukwekkend: veel beter dan die van de foto gemaakt met een Z 7(II) bijvoorbeeld. Daar komt nog bij dat Nikon het je heel gemakkelijk maakt; je kiest gewoon in het opnamemenu voor pixelshift en een aantal opnamen (4-32). Vanaf 16 opnamen haal je 96 megapixels, bij vier opnamen zie je correctie voor het Bayer-mozaïek, dus ca. 20% meer resolutie maar ook betere kleur en contrastwaarden. 

Conclusie

De Nikon Z f is uiteraard een prachtige retro-camera die zeer geschikt is voor het maken van portretten en degelijke, maar je zou ook kunnen zeggen dat het een wolf in schaapskleren is. Het is namelijk een camera die onder bijna alle omstandigheden perfect scherpstellende foto’s maakt – óók in snelle series en die dankzij het zeer goed werkende pixel shift zeer scherpe landschapsopnames maakt.

 

Platina

Beeldkwaliteit: 8,5

Bediening: 9,5

Behuizing: 9,5

Prijs/kwaliteit: 9

Snelheid: 8

 

Specificaties

Adviesprijs: € 2499,- 

Info: www.nikon.nl

 

Dit is een artikel uit DigifotoPro 6.2023

Lees hem hier digitaal

afbeelding van Bryan Oosenbrug

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie