Ledlampen gebruiken in fotografie?
De ontwikkeling van energiebesparende lampen heeft voor continulicht nieuwe gebruiksmogelijkheden geschapen. Halogeenlicht – tot voor kort de enige oplossing - produceert heel veel warmte en is daardoor in de praktijk moeilijk inzetbaar. Ledlampen zijn energiezuinig en produceren dus weinig warmte: ideaal voor film natuurlijk, maar ook interessant voor fotografie.
Ledlampen versus flitslicht
Vergelijk je ledlampen met flitslicht dan biedt het continu-karakter van het licht zowel voordelen als nadelen. Sommige modellen vinden het prettig dat er niet geflitst wordt, andere vinden juist de grotere lichthoeveelheid van de ledlampen vergeleken met de instellichten van flitsers onprettig. De modellen gaan er op foto’s met ledlichten ook anders uitzien. De pupillen zijn bij ledlicht kleiner, maar daardoor is de iris relatief groot, zodat de kleur van de ogen goed zichtbaar is. Bij flits is het omgekeerd, wat minder kleur van de ogen laat zien maar meer warmte in de blik legt. Wil je de kleur van de ogen, dus van de iris, goed zichtbaar maken? Dan is sterk continulicht veel beter dan flitslicht. Wil je meer warmte in de blik? Kies dan voor flitslicht. Psychologisch zien we verwijde pupillen als een teken van aandacht en zelfs seksuele interesse. Heel kleine pupillen kunnen ook de indruk wekken dat een persoon drugs gebruikt. Iets om over na te denken dus! Eveneens zowel een voordeel als een nadeel is dat je bij continulicht de sluitertijd kunt aanpassen.
Kleur in ledlampen
Zowel voor film als voor fotografie geldt dat ledlicht minder goede kleuren oplevert dan flitslicht of halogeenlicht. Hier worden echter grote vorderingen geboekt. Bij de aankoop van ledlampen moet je echter goed kijken naar reviews en je niet blind staren op de CRI-waarde. CRI staat voor color rendition index, dus voor de kleurweergave. Alle fotografische ledlampen die je tegenwoordig kunt kopen hebben een CRI van 95 of meer. Maar twee lampen met een gelijke CRI kunnen sterk verschillen in kleurweergave. Daar zijn verschillende redenen voor. De eerste is dat de ‘standaard’ CRI alleen maar acht vrij weinig verzadigde en gemakkelijk weer te geven kleuren bevat. Felrood en felgeel maken er geen deel van uit bijvoorbeeld. Dat maakt het mogelijk dat een lamp die op die specifieke kleuren goed weergeeft, maar andere kleuren slecht, toch een hoge CRI-waarde kan hebben. Dan wordt de kleurweergave van de verschillende kleuren gemiddeld. Ook dat biedt de producent de mogelijkheid om het slecht presteren bij één kleur onder het tapijt te vegen.
Een groot voordeel van ledlampen is weer, dat de kleurtemperatuur meestal traploos instelbaar is tussen daglicht en kunstlicht. Fotografeer je dus rond de zonsondergang dan kun je het licht mooi aanpassen. Bij flits kan dat met gels, maar dat is een stuk minder handig, zeker wanneer de kleur van het omgevingslicht continu verandert.
Sluitertijden bij flits- of continulicht
Het grootste nadeel van continulicht is wel, dat het combineren met vrij sterk omgevingslicht heel moeilijk is. Allereerst reikt de intensiteit van ledlicht niet uit voor situaties met volle zon overdag. Een belangrijke tweede factor is echter dat je, niet als bij flits, de intensiteit van het omgevingslicht via de sluitertijd kunt regelen. Is het omgevingslicht sterk, dan kun je bij flits met 1/250 sec en helemaal bij flitsers die high speed sync ondersteunen de intensiteit van het daglicht flink verzwakken ten opzichte van het flitslicht. Bij continulicht kun je alleen de intensiteit van het ledlicht vergroten, maar die vergroting is nogal beperkt. Overdag is het ledlicht echt te zwak, rond zonsondergang is het echter sterk genoeg. ‘s Nachts daarentegen zit je weer met het feit dat je niet langer kunt belichten om het licht van bijvoorbeeld de sterren mooi op de foto te krijgen: het ledlicht wordt dan sterk overbelicht. Een voordeel is het weer in situaties waarbij flitslicht niet sterk genoeg is: bij macro-opnamen met grote afbeeldingsmaatstaven in moeilijk te verlichten omstandigheden. In zo’n geval zit er bij flits niets anders op dan op één foto vaker te flitsen. Iedere verdubbeling van de lichthoeveelheid maakt een verdubbeling van het aantal flitsen noodzakelijk. Vijf stoppen meer licht betekent dus tijdens één belichting 32 keer flitsen. Een belichtingstijd van 1 sec in plaats van 1/30 sec is dan een stuk eenvoudiger.
Van LUX naar Lumen naar EV
Nu we het toch over intensiteit van het ledlicht hebben, is een vergelijking van de verschillende modellen op zijn plaats. We gaan niet alle modellen met elkaar vergelijken, maar meer laten zien wat de specificaties in de praktijk inhouden. Bij ledlampen zie je vaak een opgave van de lichtintensiteit in lumen. Dat zegt weer niets over de oppervlakte die de ledlamp verlicht. Ga je echter uit van een standaard paneel, dan kom je op een meter afstand uit op ongeveer de helft in hoeveelheid lux. Dat geldt dan recht voor het paneel. Ga ja zijwaarts of in de hoogte, dan neemt de intensiteit af, maar dat valt wel mee. Hoe groter het paneel, des te minder sterk de afname. Bij een hoek van 45 graden zag ik een afname van drie stops. Op twee meter was de afname echter minder dan twee stops met een vrij klein paneel. De meeste panelen geven een afname van de hoeveelheid lux vanaf één meter met het kwadraat van de afstand. Reken je die weer om naar lichtwaarden (EV’s) dan krijg je de volgende tabellen:Toelichting tabellen: lumen is de waarde die vaak in de specificaties genoemd word, maar ook lux op een afstand van één meter is populair. In de tabel zijn beide waarden weer omgerekend tot EV en dat weer tot de belichtingstijd in sec bij diafragma f/1.4. In de tabel is alles onder 1/60 sec rood gekleurd, omdat je in dat geval waarschijnlijk niet meer uit de hand kunt fotograferen, en met een bewegend model niets eens meer met statief. Bij de kleine ledlampen zie je, dat alleen op heel korte afstand nog uit de hand kunt werken – of je zou hele hoge ISO-waarden in moeten stellen. Bij het middelgrote panel zit je op anderhalve meter – helemaal geen gekke afstand voor een portret – al vrij goed bij ISO 100 en bij het grote panel zelfs bij 2,8 m. Dat geldt allemaal wel bij f/1.4. Bij f/2.8 red je het vrijwel alleen met het grote panel en 400 ISO.
Conclusie ledlampen voor fotografie
Ledlampen vormen een mooi uitbreiding van de fotografische mogelijkheden. Ze zijn vergelijkbaar met de hulpmiddelen die we bij de strobisten hebben gezien: ze maken foto’s mogelijk, die daarvoor alleen maar voorbehouden waren aan professionals met dure en grote lichtinstallaties. De geringe lichtopbrengst is wel iets om op te letten. De allerkleinste panels zijn om die reden minder handig dan je zou denken. De middelgrote panels lijken bij uitstek geschikt om buiten rond zonsondergang met een 85mm f/1.4 op volle opening te gaan fotograferen. Ze vormen een redelijk compacte en betaalbare uitbreiding van de mogelijkheden bij weinig licht. Een extra accu is echter wel aan te bevelen.