Kiezen voor fotograferen in RAW

Redactie DIGIFOTO Pro 1228
RAW is een bestandsformaat waar veel fotografen de voorkeur voor hebben. Maar weet je ook eigenlijk waarom? En is RAW ook iets voor jou?

Het grootste pluspunt van RAW is dat je de foto's zelf naar wens kunt optimaliseren, dit in tegenstelling tot JPG. Tegenwoordig bestaan er gebruiksvriendelijke softwareprogramma's waarmee je hele fotoboeken kunt maken en samenstellen. Dat is natuurlijk heel fijn als je niet zo handig bent met Photoshop en fotobewerking. Toch krijg je soms mooiere resultaten als je het in de RAW-bestanden zelf op je computer aanpast. Ben je nog niet helemaal overtuigd? In dit artikel delen we 6 voordelen van fotograferen in RAW!

1. Dynamisch bereik

Goede camera's hebben een hoog dynamisch bereik. Dit wil zeggen dat de sensor veel nuances tussen zwart en wit aan kan. Als je in JPG fotografeert, dan legt de camera niet alle tinten vast en dus komen niet alle tonen in de foto terug. Gebruik je RAW, dan legt de sensor van de camera wel alle data vast en slaat dit ook op. Om die reden zie je bij JPG-afbeeldingen soms te donkere schaduwen of te overbelichte stukken in de afbeeldingen en daar kun je vervolgens niets meer aan veranderen, ook niet op je computer.

Waar komt dat verschil vandaan? JPG is een gecomprimeerd bestandsformaat. Dit betekent dat JPG altijd probeert om afbeeldingen te verkleinen (comprimeren). Als je camera van een foto een JPG-bestand maakt, dan bewerkt en optimaliseert de camera de foto al uit zichzelf. De camera beslist eerst dat sommige gegevens overbodig zijn en gooit deze vervolgens weg. Verder zit er ook een algoritme in de camera dat gaat kijken wat er met de foto moet gebeuren om hem fraaier te maken. Misschien moet de foto ietwat verscherpt worden of de kleuren worden meer verzadigd om het contrast aan te passen. Fotografeer je in een RAW-bestand, dan krijge je een "rauwe" foto met alle mogelijke informatie. Er vindt geen "voor-bewerking" plaats door de camera en je krijgt het bestand gewoon zoals hij is, met opties tot bewerking.

2. Zelf de controle

Met RAW heb je de volledige controle over hoe de foto's eruit komen te zien. Jij weet immers ook veel beter hoe de afbeelding er idealiter uit moet komen te zien. Fotobewerkingsprogramma's op de pc helpen je ook veel beter om een optimaal resultaat te bereiken, dit in tegenstelling tot het algoritme in je camera. Je kunt zelf de verzadiging van de kleur aanpassen en bepalen welke details er meer belicht moeten worden. Jij bepaalt dus helemaal zelf hoe de foto er uit moet komen te zien. Mocht je toch van gedachten veranderen? Dan kun je alle instellingen weer terugzetten naar het begin.

Het klopt dat de bovenstaande opties ook met JPG mogelijk zijn, maar de resultaten zullen dan minder fraai zijn omdat de camera bij JPG-bestanden al veel informatie heeft weggegooid. Misschien heb je dit al eens meegemaakt: je probeert met een fotobewerkingsprogramma een JPG-bestand te verscherpen, maar het resultaat is teleurstellend te noemen. Dit heeft niets met de software te maken, maar JPG-bestanden zijn al verscherpt en dus kun je ze al snel nóg meer verscherpen. Bij RAW kun je delen van de foto selecteren en die verscherpen, terwijl je andere delen gewoon laat zoals ze zijn.

3. Non-destructief editen

Non-destructief editen betekent dat je altijd het originele bestand terug kunt halen bij het editen. Bij JPG zit je vaak vast aan de aangepaste versie van een foto. Als je dus veranderingen in een JPG doet, dan schrijft het JPG-bestand zichzelf over met de aanpassingen erbij. Heb je toch spijt van deze bewerkingen en wil je terug naar het origineel? Dan kun je dit soms wel nog handmatig veranderen in Photoshop en anders heb je pech. Met RAW kun je altijd het originele bestand terughalen en daarnaast houdt RAW alle aanpassingen bij die je hebt gedaan. Zo kun je makkelijk alles terugvinden en desgewenst terugzetten - ook aanpassingen die je langer geleden hebt gedaan. Bij JPG is het zo dat de kwaliteit met de hoeveelheid bewerkingen steeds meer achteruit gaat. Tip: kopieer altijd het originele bestand, zodat je eigenlijk twee versies hebt. Werk in het gekopieerde bestand en bewaar het origineel zoals hij is. Dit is met name belangrijk als je met JPG werkt!

4. Witbalans in orde

De camera kan zelf de witbalans instellen, maar die is niet altijd goed. Bij de combinatie binnenverlichting + natuurlijk daglicht van de ramen is de automatische witbalans vaak al niet effectief meer. Schiet je foto's in RAW, dan kun je de witbalans achteraf makkelijk corrigeren als je de foto bewerkt, zonder dat de kwaliteit van de afbeelding achteruit gaat.

5. Moeilijk licht? Geen probleem!

Ga je in moeilijke lichtomstandigheden fotograferen? Schakel dan over naar RAW, want een RAW-formaat heeft tussen de 4.000+ - 16.000+ helderheidsniveaus. Bij JPG is dit slechts 256. Je kunt bij RAW dus achteraf altijd over- of onderbelichte details terughalen wanneer het licht tijdens het fotograferen niet optimaal is, terwijl dat bij JPG een stuk lastiger en soms onmogelijk wordt.

6. Afbeeldingen kunnen op groot formaat afgedrukt worden

JPG-bestanden kun je in het groot afdrukken, maar daar zit wel een limiet aan. Ga je over dit limiet heen, dan gaat de kwaliteit achteruit. Bij een RAW-bestand zit het limiet alleen in het aantal megapixels van je camera. Heb je een hoog megapixel, dan betekent dit dat je de foto's vergroot kunt afdrukken, zonder dat de afbeeldingen korrelig en onduidelijk worden.

Wanneer kun je RAW beter overslaan?

Na het lezen van de bovenstaande argumenten denk je misschien dat RAW altijd beter is. Daar zit echter een beetje nuance in, want er zijn ook scenario's te bedenken waarom je juist niet in RAW moet fotograferen. Ten eerste vereisen RAW-bestanden altijd nabewerking, voordat je ze op internet kunt zetten. Heb je niet zoveel tijd of zin om foto's te bewerken, dan kun je beter gewoon in JPG blijven werken.

Daarnaast is RAW ook niet zo geschikt als je aan actiefotografie doet. RAW-bestanden zijn vele malen groter dan JPG-bestanden en dus heeft het ook een langere tijd nodig om zichzelf in de geheugenkaart op te slaan. Bij actiefotografie en sportfotografie komt veel snelle bewegingen kijken, dus dan is er eigenlijk niet genoeg tijd om RAW-bestanden te schrijven op de geheugenkaart.

Zoals je eerder gelezen hebt, hebben RAW-bestanden veel ruimte nodig omdat de bestanden veel informatie opslaan. Hierdoor raakt het geheugenkaartje te snel vol bij actiefotografie. Als je opnames in burst-modus wil opnemen, dan kan dat dus eigenlijk bijna niet (daar zijn de RAW-bestanden ook nog eens te langzaam voor). Je moet dan snel achter elkaar foto's opslaan en daar is de huidige technologie eigenlijk nog niet geschikt voor.

Tot slot kun je gewoon in JPG blijven fotograferen als je voornamelijk foto's maakt voor in je fotoalbum en de afbeeldingen niet groter worden dan ongeveer 10 x 15 cm of 12 x 15 cm (standaard fotoalbum formaat). De fotobewerkingen die je anders met RAW zou doen, zie je toch nauwelijks terug in foto's van dit formaat en dus zijn foto's in JPG prima.

Als je schrikt van de keuzemogelijkheden qua bewerking bij RAW, dan raden we aan om voorlopig alleen in JPG te fotograferen. Je kunt dan nog steeds mooie plaatjes schieten. Heb je meer zelfvertrouwen verkregen in je fotografie skills en wil je graag in de technische details duiken, dan kun je later alsnog voor RAW kiezen. En fotografeer je met je smartphone? Dan bestaan er tegenwoordig ook allerlei apps die de foto's in RAW maken. Daar kun je op een laagdrempelige manier mee experimenteren en dan kun je voor jezelf beslissen of je verder in RAW wilt gaan.

afbeelding van Redactie DIGIFOTO Pro

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie