In gesprek met reisfotograaf Hans Avontuur
Als klein jongetje kreeg Hans een fotocamera in zijn handen gedrukt van zijn vader, waarna hij op vakantie al vele foto’s maakte. Hij koos later voor een studie journalistiek, maar maakte aldaar opnieuw kennis met fotografie. ‘Ik kon studiepunten verdienen door een aantal blokken fotografie te volgen. Ik leerde gaandeweg diverse genres kennen. Zo kon ik tijdens mijn studie een behoorlijke basis leggen.’ Na zijn opleiding begon Hans met schrijven. We spreken over de jaren negentig, een tijd waarin het zeer ongebruikelijk was dat een auteur ook kon fotograferen. ‘Het werd niet altijd geaccepteerd, maar ik deed nogal wat dingen die niet veel mensen deden, zoals extreme wintersport. Opdrachtgevers vroegen zich af hoe ze foto’s bij mijn artikelen konden regelen. Ik stelde voor om dat zelf te doen en dat werd al snel een logische combinatie.’
Vertellen met woorden of beelden. Hans kan er moeilijk een onderscheid in maken. ‘Voor mij zijn dat geen verschillende werelden. Al heb ik daar natuurlijk genoeg discussies over gehad,’ lacht hij. ‘Bij mijn manier van werken lopen tekst en beeld als vanzelfsprekend door elkaar heen. Als ik door een landschap reis dan kan ik dat in taal én in beeld beschrijven. En gebeurt zelden op dezelfde manier. Zo kan ik een desolate omgeving omschrijven met romantische woorden, maar daar een hard beeld tegenover zetten. Zo werken beeld en tekst naar mijn idee aanvullend en versterkend.’
Wel is het volgens Hans een groot misverstand dat je kunt schrijven én fotograferen tegelijkertijd. ‘De combinatie kost wel degelijk meer tijd en daarbij is fotografie heel tijdrovend. Als reisfotograaf sta je bij aankomst al met 1-0 achter. De mooiste beelden die je op Instagram van een bestemming vindt, zijn meestal gemaakt door fotografen uit de buurt. Je moet wel erg veel geluk hebben dat die ene mooie mistige ochtend per jaar precies voorkomt als jij er bent. Je zult dus keihard moeten werken én het anders aanpakken. Natuurlijk moet je voor opdrachtgevers als National Geographic Traveler met krachtig beeld terugkomen, maar het vertellen van een compleet verhaal is het allerbelangrijkste. En dat doe je niet met de tien mooiste, maar de tien foto’s die het sterkste geheel vormen. Ik voel me heel erg thuis bij die werkwijze.’
‘Het gaat erom dat je jouw reis kunt overbrengen op anderen’
Storytelling
Deze manier van werken wordt tegenwoordig met de populaire term “storytelling” aangeduid. ‘Ik heb heel lang gedacht dat ik geen specialisatie had in de fotografie,’ geeft Hans toe. ‘Als reisfotograaf doe je automatisch van alles een beetje: landschap, portret, macro, actie… Maar gaandeweg kwam ik achter dat ik toch één grote specialisatie had: verhalen vertellen. Voor mij was dit vanzelfsprekend, maar voor anderen is dat lang niet altijd zo.’ Bij het geven van workshops merkte Hans dat deelnemers – van beginners tot goede amateurs – allemaal tegen hetzelfde aanlopen. Ze ondernamen een prachtige reis, maar terugkijkend naar de beelden, zagen ze niet het gevoel van dat moment. Ze vroegen zichzelf af hoe dat kan?’ Het “gevoel” vastleggen, is waar Hans juist goed in is. Wanneer je focust op het verhaal, kom je uit bij storytelling. ‘Al is de term nu erg hip natuurlijk,’ lacht Hans. ‘Het is een reclameterm, maar in feite doet een goede documentaire- of reis fotograaf niet anders. Terwijl de content die op Instagram wordt aangeduid als storytelling helemaal geen verhalen zijn, maar flarden,’ constateert de fotograaf. ‘Hoe je het ook noemen wil, het gevoel overbrengen van unieke belevenissen is de kern van reisfotografie. Dat heeft, als gezegd, niets te maken met het selecteren van je beste foto’s, maar met het samenstellen van het beste totaal. Dat is een essentieel verschil, waar je voor je reis al over moet nadenken.’
Skeleton Coast
Dat verschil zien we ook in de fotoserie die Hans met ons deelde. Kijkend naar de beelden zie je een duidelijke verhaallijn die bij elkaar wordt gehouden door prachtige kleuren die perfect bij elkaar passen. De serie is gemaakt aan de Skeleton Coast (Geraamtekust) op de grens van Angola en Namibië. ‘Het is een van de meest bijzondere plekken op aarde om meerdere redenen. Het is er leeg, ruig, onvriendelijk, maar waanzinnig bijzonder. Als je op deze locatie bent, krijg je te maken met veel hard licht. Je kunt daar tegen vechten in de nabewerking, maar gevoelsmatig deins ik terug voor te veel manipulatie omdat je het risico loopt dat het onnatuurlijk wordt. Zelf kies ik er liever voor om het moeilijke licht van de locatie te omarmen.’ Hans legt zijn overwegingen uit aan de hand van foto’s van olifanten die hij maakte. ‘Ik heb visueel een betere foto waarop de dieren esthetischer door het beeld lopen, maar die heeft een felle blauwe lucht. Het licht staat dan meer in mijn rug. De foto is niet zo heel veel eerder gemaakt dan deze, maar geeft niet het gevoel weer dat ik wilde vangen. Ik kies liever voor een minder esthetische foto met veel gevoel, dan voor een mooiere plaat die dat niet heeft.’
Skeleton Coast is niet zomaar een plek waar je als reisfotograaf terecht komt. Het noordelijke deel is zelfs hermetisch afgesloten. ‘Het is een van de meest beschermde stukken natuur op aarde, een gigantisch gebied waarin maar één vliegtuigje per dag mag landen om de hoeveelheid mensen zo veel mogelijk te beperken.’ Deze opmerkelijke status is het gevolg van jarenlange discussies over het gebied. Nationaal Park, mijnbouw, privéterrein, politiek, rechtszaken... De materie werd zo ingewikkeld dat niemand zijn vingers er nog aan wilde branden. Goed voor de natuur.
Maar wat drijft een fotograaf dan om naar zo’n desolate plek af te reizen? ‘In dit gebied lopen de laatste woestijnleeuwen op aarde rond. Dat is heel bijzonder want iedereen was ervan uitgegaan dat woestijnleeuwen uitgestorven waren,’ vertelt Hans. ‘Een onderzoeker kwam heel toevallig een groepje tegen en heeft alles laten vallen wat hij aan het doen was om zich volledig op het redden van deze dieren te storten. Dat is dan ook de reden dat ze nog steeds bestaan.’ De natuurdocumentaire Vanishing Kings inspireerde Hans om zelf eens een kijkje te gaan nemen. De zoektocht naar de woestijnleeuwen vormt de rode draad in zijn reisverhaal.Het is volgens Hans belangrijk om een fundament te leggen voor je reisverhaal. Je moet in een paar beelden weten waar je bent. In het geval van Skeleton Coast zie je meteen dat het geen gezellige plek is, je voelt de hitte in een kale barre omgeving. Dit soort elementen zet de toon. Het hoeft niet altijd een landschapsfoto te zijn. De foto waarop je kinderen op een autowrak ziet spelen vertelt ook al veel. ‘Je ziet dat er geen verantwoorde speeltuin is zoals wij gewend zijn. Daarnaast zit er nog een heel verhaal achter deze foto. De mensen die er wonen zijn ooit door het Zuid-Afrikaanse regime uit hun dorp gezet. De inwoners moesten duizend kilometer verderop gaan wonen. De auto die je op de foto ziet is het voertuig waarmee de opa van het gezin destijds deze afstand heeft afgelegd. Deze elementen geven de foto een andere lading.’ Ook de combinatie van beelden is belangrijk. De etende kameleon is gewoon een foto van een etend dier, maar wanneer je die naast de levenloze vlakte zet wordt het ineens interessant. Dan blijkt namelijk dat de vlakte niet zo doods is als het lijkt. Dit soort contrasten geeft spanning aan een fotoserie.’
‘Ik kies liever voor een minder esthetische foto met gevoel, dan voor een mooiere plaat die dat niet heeft’
Praktische uitdagingen
Professionele reisfotografie werkt heel anders dan het vastleggen van een vakantie. Wanneer je denkt dat je op reis kunt gaan en daar zoveel mogelijk foto’s kunt maken om die na thuiskomst uit te zoeken, kom je bedrogen uit. ‘Je kunt natuurlijk een paar toevalstreffers hebben maar in de meeste gevallen gaat het erom dat je van te voren weet welke elementen er essentieel zijn voor je verhaal.’
Als professional kun je ook niet zomaar vier weken lang door Afrika trekken. ‘Vaak krijg je een week de tijd,’ legt Hans uit. Je zal dus goed moeten overwegen waar je je tijd in steekt en af en toe een risico durven nemen. ‘Ik heb eens een camperrondreisverhaal gemaakt, waarbij ik nog op zoek was naar een openingsfoto. Ik was in een prachtige omgeving aan zee, maar het was erg bewolkt. Aan de horizon zag ik een heel dun streepje blauwe lucht. Ik zag voor me hoe de zon zou zakken en – wanneer ik geluk had – van onder de wolken de hele wereld zou aanlichten. Ik heb de camper aan de kant gezet en ben gaan wachten. Dat kostte tijd, maar uiteindelijk had ik wel de plaat die ik wilde hebben en deze werd inderdaad de openingsspread van het magazine. Zoiets is het risico van het vergeefs wachten waard, want het had natuurlijk ook fout kunnen gaan.’ Datzelfde geldt voor het zoeken naar de woestijnleeuwen in Namibië. ‘Het gebied is eindeloos groot, het zoeken is onderdeel van het avontuur geworden, maar natuurlijk zorg je wel voor een fatsoenlijke trefkans én een plan voor wanneer het toch niet lukt.’Een goed reisverhaal begint dus met een grondige voorbereiding, maar Hans benadrukt dat het de kunst is om die ter plekke juist weer los te laten. ‘Anders ga je een checklist afvinken tijdens het fotograferen en raak je in de stress omdat je een hoop dingen nog niet hebt. Dat is funest voor de creativiteit. Daarnaast moet je de deur open houden voor wanneer je verhaal een wending krijgt die je vooraf misschien niet voorzien had. Die momenten moet je herkennen en pakken.’
‘Het gevoel overbrengen van unieke belevenissen is de kern van reisfotografie’
Verhaal is belangrijker dan de reis
Als reisfotograaf kom je overal, zijn er plekken waar Hans nog graag heen zou willen? ‘Ik heb geen bucketlist,’ lacht Hans. ‘Als je dit werk al wat langer doet dan snap je waarom. Reisfotograaf zijn is voor veel mensen een soort droom bestaan. Ik kan me ook geen leuker werk voorstellen, maar de werkelijkheid is wel wat anders dan vaak gedacht. Natuurlijk moet je van reizen houden, maar nog belangrijker is de wens om verhalen te vertellen. Wanneer reizen je drijfveer is, dan kom je er na verloop van tijd achter dat je alles al een keer gedaan hebt en dan houdt het op. Dan ga je je ergeren aan het wachten, de luchthaven, het gedoe en dan wordt het een sleur. Wanneer het verhaal maken echter jouw drijfveer blijft, dan is het elke keer weer spannend en maakt het ook niet uit of je ver weg bent of dichtbij. Het gaat om het verhaal, dat kun je overal vinden.’Hans Avontuur over werken met Fujifilm
In zijn interessante carrière werkte de Fujifilm-ambassadeur niet altijd met de apparatuur van dit merk. ‘Ik heb jarenlang met grote tevredenheid met Canon-apparatuur gewerkt, maar zo’n vijf jaar geleden begon ik aan te lopen tegen het volume en gewicht van de spullen die ik allemaal meesleepte. Het ergste was dat dit me ook creatief in de weg ging zitten.’ De fotograaf had zoveel apparatuur ter beschikking, dat hij begon te werken op basis van de spullen die hij bij zich had in plaats van andersom. ‘Ik kreeg het gevoel dat ik aan het wegdrijven was van wat ik het leukste vind om te doen. Ik ben van mening dat je vanuit je creativiteit en gevoel moet werken en niet vanuit je spullen.’
Per toeval kwam Hans in contact met iemand die destijds bij Fujifilm werkte en vertelde over een camera die lichter en kleiner was, maar evenveel kon. ‘Dat geloofde ik natuurlijk niet,’ lacht hij, ‘maar ik mocht de camera proberen en nam hem een winter lang mee parallel aan mijn Canon-camera.’ Slechts twee reportages duurde het voordat Hans volledig overstag was. ‘Het beviel me zo goed dat ik bij de derde opdracht volledig met Fujifilm fotografeerde.’ Zowel het gereduceerde gewicht en volume als de manier van werken voelden prettig aan. ‘Ik vind het fijn om alle belangrijke knoppen weer bovenop de camera te hebben en daardoor alles in één oogopslag te zien.’
Hans probeerde destijds de Fujifilm X-T1, maar mag als ambassadeur werken met alles wat er beschikbaar is. Hij benadrukt dat het ambassadeurschap niet zo strikt is als misschien gedacht. ‘Ik doe alleen de dingen waarvan ik weet dat ze bij me passen. Dat maakt het voor mij ook makkelijker om mijn verhaal te doen en dat is op de lange termijn ook het beste voor Fujifilm. Hoewel ik me wel verdiep in de techniek, zul je mij daar geen lange discussies over horen voeren. Evenmin over welk merk nou het beste is. Het gaat erom dat een camera past bij jouw creativiteit en manier van werken. En dat is heel subjectief.’
Hans is nog altijd blij met zijn overstap destijds. ‘De eerste keer dat ik een Fujifilmcamera mee op reis nam, leunde ik nog op mijn oude set, maar ik kwam er snel achter dat de camera aan al mijn verwachtingen voldeed. Natuurlijk had de X-T1 ook zwakke plekken, zoals overbelichting in de sneeuw. Bij de nieuwere modellen is dat enorm verbeterd en geen probleem meer, al blijft sneeuw wel iets waar alle camera’s het moeilijk mee hebben. Als je lang genoeg met dezelfde camera werkt, leer je vanzelf alle geheimen kennen. Dat ging met Fujifilm erg goed en ik durfde er al snel alleen mee op pad.’
Info: fujifilm.eu
Dit artikel werd geschreven door Christel de Wolff en gepubliceerd in DIGIFOTO Pro 1.2021. Wil je nog meer inspirerende reisverhalen lezen en indrukwekkende reisfotografie zien? Neem dan ook eens een kijkje in onze online DIGIFOTO Travel Special.