In gesprek met interieur fotograaf Jansje Klazinga
Een stoel, tafel en kast in een ruimte fotograferen, hoe ingewikkeld kan het zijn? Maar interieurfotografie is werken op de vierkante meter onder niet altijd de beste lichtomstandigheden. Jansje Klazinga, werkzaam voor toonaangevende woonbladen en architectenbureaus, beoefent het vak al zo’n vijftien jaar uit. 'Mijn passies zijn fotografie, interieurontwerp en design; de combinatie heet interieurfotografie.'
rErwin Olaf nam haar ooit apart om uit te leggen dat er twee soorten fotografen bestaan. De eerste is technisch goed geïnformeerd, maar moet nog leren kijken. Dat zijn de meeste amateurs en die hebben een probleem omdat je kijken nauwelijks kunt leren. De tweede kan wel goed kijken, maar is technisch minder onderlegd. Tot die categorie behoort Jansje Klazinga (55). Maar, onderwees Olaf, de techniek van fotograferen kun je wel leren. Ga eens langs bij de Fotoacademie en ga veel fotografie kijken. 'Olaf heeft me het beslissende duwtje gegeven', zegt Jansje op een middag in haar woning in Amsterdam. Ze gaat terug naar 1998, het jaar dat ze twee avonden een workshop volgt bij één van de grootste fotografen van Nederland - en de ambitie ontwikkelt om zelf een carrière als fotograaf te beginnen. Opmerkelijk. Want wat heeft ze eigenlijk bij Olaf te zoeken?
Hoeveel fotograaf is zij nu helemaal? Jansje kan in die dagen bogen op ‘reiskiekjes’, foto’s geschoten tijdens haar trips naar onder andere Zuidoost-Azië, en een cursus hier en daar. Maar Olaf ziet het goed. Zo komt tijdens een leergang bij Fotogram aan het licht dat Jansje een prima ontwikkeld gevoel heeft voor kader, compositie en camerapositie, wat haar vervolgens op de Fotoacademie doet belanden. Ze wordt toegelaten op basis van foto’s waarover ook Olaf enthousiast is. Jansje: 'Ik kreeg bij mijn toelating wel te horen dat mijn ‘Aziëplaatjes’ leuk waren, maar dat ik nou maar eens moest proberen mijn eigen straat spannend in beeld te brengen. Want ja, Azië is exotisch, dus dat levert bij voorbaat knappe foto’s op.'
Gevraagd naar met welke insteek ze aan de Fotoacademie begon, noemt Jansje het blad Living, waarop ze destijds een abonnement had. Als ze voor dit tijdschrift zou werken, dan zou haar fotografieleven geslaagd zijn. Reportages, lifestylefotografie, daar wilde ze naartoe. Elke foto die ze maakte, moest een foto zijn die zo in Living kon. Pas op de academie kwam ze in de ban van interieurs, of meer precies hotel- en restaurantinterieurs. Jansje, in een vorig leven werkzaam als communicatieadviseur, vertelt dat ze aanvankelijk geen bijzondere belangstelling voor interieurfotografie voelt, maar dat haar portfolio stilletjes volloopt met interieurfoto’s.
Pas tijdens haar examens aan de Fotoacademie valt op dat het vastleggen van interieurs op een lifestyleachtige manier haar goed afging. 'Ik ving mensen in hun omgeving. Vorm was belangrijk, het lijnenspel. Maar het bijna gedwongen gebruik van een groot diafragma in donkere situaties, waarin ik in restaurants en hotels vaak belandde, bracht spanning in de beelden die te ver af stonden van echte interieurfotografie.
Toevallig genoeg – of juist niet – is haar eerste opdrachtgever Living. Voor deze opdracht moet ze naar het Italiaanse Verona om een door een reisorganisatie gesponsorde reisreportage te maken over de opera aldaar. Mensen op straat, in winkeltjes, scootertjes, maar ook het orkest, het publiek, de voorstelling. Dat is in 2004. Nu, bijna vijftien jaar later, staat ze te boek als een gearriveerde interieurfotograaf.
Ze werkt niet meer voor Living, dat blad bestaat niet meer, maar wel voor bladen als Eigen Huis & Interieur en VT Wonen. Ook doet ze commercieel werk in opdracht van bijvoorbeeld interieurarchitecten en ontwerpers van interieurproducten. Hoe is ze daar gekomen? Door zelfvertrouwen te hebben. Na haar afstuderen, inclusief een stage bij Quote, loopt ze bij Elle Wonen naar binnen om haar portfolio te showen, gevolgd door een telefoontje om te zeggen dat ze in een tijdschrift een mode-shoot had gezien en dat die shoot had plaatsgehad in een prachtig huis. Of ze dat huis mocht fotograferen voor Elle?
Ook benadert ze VT Wonen om te vertellen dat ze zo leuk woont en dat ze haar eigen woning wil fotograferen. Plus de woning van haar buurvrouw, die over exact hetzelfde huis beschikte, maar met een totaal andere inrichting. Jansje: 'Van een stylist kreeg ik de tip gewoon zelf te produceren en deze producties aan te bieden. Daarmee bleven dan ook de foto’s in mijn bezit. Zo ben ik in het circuit gekomen en zo is het eigenlijk nog steeds.'
Binnenkijker
Een begrip in de interieurfotografie is de binnenkijker, een productie die inspirerend moet zijn voor lezers en daarom interieuren stijlideeën prijsgeeft. Maar de lezer ook vertelt hoe dat te bereiken en waar je de spullen daarvoor kan kopen. Jansje heeft al honderden van dit soort shoots verzorgd. 'De binnenkijker moet een eigen stijl hebben. Wat je op de foto’s ziet, hebben de bewoners zelf verzonnen. Zij hebben elementen aangebracht waardoor een uniek interieur is ontstaan. Of het pand zelf is uniek. Een voormalige melk- of tabaksfabriek, waarmee de bewoners iets aardigs hebben gedaan.' Jansje voegt eraan toe dat interieurdesign zo mogelijk haar grootste passie is. Dat raakt heel erg aan architectuur, waarin ik geïnteresseerd ben, of interieurontwerp. 'Mijn passies zijn fotografie, interieurontwerp en design, en dan vooral meubels. De combinatie heet interieurfotografie.'
Het doel van het laatste is volgens Jansje tweeledig. Als je voor een blad een binnenkijker maakt, dan ligt het accent op de leefbaarheid van de ruimte. Werk je voor een architect, dan is de esthetiek belangrijk – en zijn de meubels eerder ruis. Bij de eerste laat je de combinatie van meubels en indeling zien, bij de andere is het lijnenspel van belang en is de ruimte dikwijls zo gestileerd dat zij niet geschikt is om in te leven. Bij een binnenkijker mag er wat Jansje betreft (dus) weleens een mens door het beeld lopen of een kledingstuk rondslingeren, om te laten zien dat er ook ‘echt mensen’ wonen op die locatie. Juist dat integreren van een ‘mensbeeld’ in interieurs is voor haar de manier om zelfs een saai interieur interessant te maken. Misschien heeft ze daar ergens school gemaakt, want, zo merkt ze op, ook in de bladenwereld is daarin een duidelijke verandering te zien.
De praktijk van interieurfotografie 'De meeste shoots doe ik met een assistent en/of met een stylist. Neem een beddengoedproductie voor een blad. Dan shopt de stylist een busje vol met lakens, kussenslopen, dekbedovertrekken en soms hele bedden bij elkaar en laat deze op de locatie bezorgen. Zo’n locatie kan iemands huis zijn of een plek in een of ander pand. Soms huren we een daglichtstudio, waar we een decor opbouwen. Is iemands huis het decor, dan gaat alles van de bewoner aan de kant, omdat die spullen vaak niet in de productie passen. En die locaties vind je weer door een locatiebureau in te schakelen. Maken we daarentegen een binnenkijker, dan fotografeer ik het bestaande interieur, waaraan ik zo goed als niets verander omdat we laten zien hoe iemand woont - en niet wat ik ervan vind. Soms neem ik bloemen mee, heel soms verander ik een stoel, maar dan komt er geen busje voorrijden. Ja, ik ben niet alleen fotograaf maar heb ook gevoel voor hoe iets er interieur-wise uit moet komen te zien. Voor de stylist is mijn mening wel lekker, hoor. Zelfs de ingewikkeldste shoot is doorgaans binnen een dag te doen: opbouwen, fotograferen, afbreken. Vaak is daarvoor nog een opbouwassistent aanwezig.'
Fotograferen
'Op locatie schiet ik via live-view op de laptop, zodat de stylist de foto meteen in grootbeeld kan bekijken en de kleinste details ziet. En ik kan de foto eventueel ter plekke bewerken. Per shoot schiet ik gemiddeld zo’n honderdvijftig foto’s. Wat preciezer: voor een productie van zeg vijf pagina’s, ongeveer vijf keer twintig foto’s. Voor een binnenkijker gaat de teller al gauw naar de tweehonderd.'
Stijl
'Mijn fotografie heeft een bepaalde stijl, maar daarin ben ik niet de enige. Er zijn meer fotografen met die insteek. Het is ook een beetje een tijdsbeeld. Ik werk nu minder met een groot diafragma. Wel voor sfeerdetails in een ruimte of bij producten. Maar om de ruimte goed te laten zien, is dat onhandig. Onscherpte en tegenlicht vind ik heel fijn, maar het moet wel bruikbaar blijven. Spelen met licht zoals de oude schilders dat deden.
Wat ik mooi aan mijn interieurfoto’s vind, is het tegenlicht. Technisch natuurlijk heel onhandig, maar ik hou ervan dat er een soort randje om de onderwerpen ontstaat waardoor ze lijken te zweven.'
Licht
'Ik heb een goed gevoel voor licht. Ik moet stylisten regelmatig vertellen dat ze ergens een laken omhooghouden of een reflectiescherm plaatsen. Het is alsof ik dan aan het lesgeven ben, omdat zij niet snappen hoe dat werkt. Liever gebruik ik geen lampen, want die veroorzaken snel schaduwen – een drama voor interieurfoto’s. Bladen willen dat ook niet, dat ik met lampen werk. Bovendien kost het werken met lampen in de praktijk doorgaans veel tijd, hoewel ik die tijd ook met nabewerken kwijt ben.
Het grootste probleem in interieurfotografie, zijn de contrastverschillen. Om die op te heffen, wil ik weleens een lampje buiten beeld plaatsen. Verder vertrouw ik op reflectieschermen. Maar dat zeg ik nu wel, en contrasten zijn een Photoshop-dramaatje, maar stiekem ben ik gek op een beetje contrast in een interieurfoto.'
Postproductie 'Thuisneem ik veelal de laatste foto van een serie foto’s binnen een shoot om te bewerken. De vijfsterrenfoto, dat weet ik op locatie al. Al die beelden ben ik vervolgens nog een halve dag tot een dag aan het nabewerken. Nee, ik ben geen professioneel beeldbewerker, maar ik weet hoe ik mijn doel moet bereiken. Wat ik vaak doe, is twee of meerdere foto’s over elkaar heen leggen; dezelfde beelden, zelfde camerastandpunt, maar met verschillende belichting of zelfs verlichting. Dan ontstaat een foto die technisch helemaal niet kan, maar wel bijzonder is.
Het is spelen met licht. De stylisten die ter plekke zijn, snappen vaak niet wat ik moet uithalen om dat voor elkaar te krijgen. Maar dat is het lastigste van interieurfotografie, steeds zoeken naar de juiste belichting. Ja, je zou kunnen zeggen: gebruik high dynamic range om contrasten in een interieur op te heffen. Maar dat werkt voor mij niet, het heeft niet de juiste lichtbalans en is te onrealistisch. De tools van high dynamic range zijn niet wat ik nodig heb. Tenminste, ik heb het nog niet gevonden.'
Vaardigheden
'Ik ben nieuwsgierig naar mensen en hoe ze wonen. Dat helpt. Verder heb ik verstand van styling en ben ik punctueel en relaxed. Als er veel beeld gemaakt moet worden binnen afzienbare tijd, dan stijgt het stressniveau in een studio af en toe wel. Als ik dan ook nog eens gestrest zou zijn, is dat niet fijn.'
Opdrachtgevers
'Ik maak regelmatig producties op eigen titel, shoots die ik niet van tevoren verkocht heb. Daarvoor ga ik ook naar het buitenland. Soms met een compagnon die de begeleidende teksten verzorgd en – zoals dat heet - de productie doet. Vaak zijn het binnenkijkers waarvan ik denk dat ik ze kan verkopen. De meeste producties verkoop ik in Nederland; een aantal daarvan komt terecht bij mijn agent (Taverne Agency), die ze vervolgens aan het buitenland verkoopt; aan bijvoorbeeld de Poolse Elle Wonen of de Duitse VT Wonen. Er is veel concurrentie, in die zin dat er veel fotografen zijn die hetzelfde werk doen. Maar er zijn ook heel veel woonbladen. Voor mij werkt het om zelf te produceren én tegelijkertijd in opdracht commercieel werk te doen.'
Jansje Klazinga, Amsterdam
Jansje Klazinga is professioneel interieurfotograaf. Zij werkt in opdracht van magazines, ontwerpers, architecten, fabrikanten etc. Daarnaast maakt ze lifestyle producties in eigen beheer en in samenwerking met verschillende stylisten voor woon- en lifestyle magazines. Haar fotoproducties worden maandelijks gepubliceerd in een zeer uiteenlopend scala van bladen: van Vtwonen en Eigenhuis&InterieurMagazine tot Volkskrantmagazine.
Fotografie door Jansje Klazinga