Gerbrand van Uytvanck- (over)leven met een beperking in Rwanda
Toen ik ging afstuderen, ging ik op zoek naar hoe ik mijn eindwerk ging invullen. Wat interesseert mij het meest? Waarin kan ik mij fotografisch het meeste uitleven?', vertelt Gerbrand enthousiast. 'Aangezien ik een orthopedagogische achtergrond heb, wilde ik ook mijn beeld verruimen op dat vlak en besloot ik te kijken naar het buitenland.' Met een periode van drie maanden in het vooruitzicht, besloot hij ver buiten Europa te kijken. Eenmaal afgestudeerd is het natuurlijk maar de vraag of je de tijd nog kunt vinden om zo'n avontuur te ondernemen. Uiteindelijk werd het Rwanda.
Foto © Gerbrand van Uytvanck
Fracarita
Via een beursprogramma van de Vlaamse overheid kreeg Gerbrand financiële ondersteuning voor zijn project, op voorwaarde dat hij zou samenwerken met een nongouvernementele organisatie. Zodoende kwam hij uit bij Fracarita, een ngo die zich richt op orthopedagogische zorg, geestelijke gezondheidszorg en onderwijs in ontwikkelingslanden. 'Zij waren erg blij met mijn komst en stelden voor dat ik naar Congo of Rwanda zou gaan. België heeft een grote link met die landen en de ngo is daar het meest actief. Op de kaart zag ik dat Rwanda ongeveer even groot is als België, terwijl Congo half Europa beslaat', vertelt Gerbrand van Uytvanck Wsnel gemaakt. In drie maanden kon ik Rwanda een beetje leren kennen. Van Congo krijg je dan alleen een impressie.' Daarnaast is Rwanda een stuk veiliger. 'Ik heb me er nooit onveilig gevoeld. Dat maakt het als fotograaf fijner om aan het werk te gaan.'
Fotograferen in de operatiekamer
Gewapend met zijn Nikon D610, 24- 70mm f/2.8 en 50mm f/1.4, bezocht Gerbrand meerdere instituten die geheel of gedeeltelijk door Fracarita worden gefinancierd. De meeste voorzieningen richten zich op lichamelijke beperkingen; daarnaast bezocht hij twee psychiatrische inrichtingen. De link met de ngo zorgde ervoor dat de fotograaf, vooral in de orthopedische verzorgingsplekken, enorm veel vrijheid kreeg. Dat was ook wel nodig, legt Gerbrand uit: 'Ik moest overal welkom zijn en kunnen werken. Als ik eerst een week kwijt was geweest om te lobbyen en toegang te vragen, zou ik veel tijd verliezen. Gelukkig heeft de ngo daar goed voor gezorgd. Iedereen was gebrieft over mijn komst en ik mocht zelfs in de operatiezaal vrij fotograferen. Dat zou in het westen niet kunnen, ik kan me niet voorstellen dat een chirurg er happig op is dat een fotograaf in zijn nek zit mee te kijken.'
Foto © Gerbrand van Uytvanck
Een goed voorbeeld hiervan is een portret van een patiënt in de operatiekamer, wachtend op een ingreep. De serieuze blik van het jonge model trekt de kijker naar een raam waarachter het woord 'attente' te lezen is. 'Dat is de salle d'attente, de wachtkamer', aldus Gerbrand. 'Het wachten kan daar nogal lang duren en dat element wilde ik in mijn beeld meenemen, om gelaagdheid aan te brengen. De foto's van de operatie zelf heb ik ook, maar daar hebben de meeste mensen niets aan, dus hier blijft het bij.' In de psychiatrische inrichting was het anders. 'Daar was men iets argwanender tegenover die blanke met zijn camera', vertelt Gerbrand. 'Ik ben tevreden met de foto's die ik in die instellingen gemaakt heb, maar er zat altijd iemand naast me, dat voelde een beetje als controle. De directeur wilde blijkbaar wat grip houden op wat ik fotografeerde en dan ben je wel een stuk geremder in je doen en laten. De eerste week heb ik daarom bijna geen foto's gemaakt. Ik ging naar de instelling, trok een witte jas aan en ging mee in het dagritme. Zo werd mijn aanwezigheid routine en konden ze daar aan mij wennen, ik merkte dat dit veel verschil maakte. We moesten ook veel overleggen: wie kan er slecht op reageren? Kunnen we beter op een ander moment gaan? Tijdens de groepsactiviteiten mocht ik wel vaak mijn ding doen. Dan waren de patiënten gefocust op iets anders en hadden minder oog voor mij. Echter, tijdens het eten voelden ze zich snel gestoord, ook als ik geen camera bij me had. Je merkt pas na een tijdje dat ze dan een stuk onrustiger zijn.' Gerbrand liet zijn flitser dan ook de hele reis in zijn tas zitten. Mensen met epilepsie kunnen er last van hebben en het wordt in zulke omgevingen als veel storender ervaren.
Documentaire- en portretwerk
Mede door de vrijheid die Gerbrand kreeg, merkte hij dat hij als fotograaf verschillende fases doorliep tijdens zijn verblijf in Rwanda. De ene periode was hij bezig met close-up portretten, daarna met beelden zonder mensen erin. Die fases wisselden elkaar af en Gerbrand liet zich leiden door intuïtie en gevoel. De foto's die hij voor de serie Kumugara maakte, kenmerken zich door een zekere afstand tot het onderwerp. Patiënten kijken bijna nooit recht in de camera en regelmatig zijn ze alleen indirect te zien, in de reflectie van een raam of een spiegel. Gerbrand: 'Ik wilde mijn indringen niet vastleggen als bruut, maar juist met een zekere discretie.' Daar staat een serie zwart-witportretten tegenover, die een enorm contrast vormen ten opzichte van Kumugara. Hier komen de patiënten juist duidelijk herkenbaar in beeld, soms beeldvullend. De krachtige serie eist de aandacht op en confronteert de toeschouwer. 'Met de portrettenreeks wil ik aantonen dat ik ook dichtbij de mensen kan komen, door de band die ik creëer. Ze zijn wel trots, maar ze nemen niet zomaar voor elke blanke met een camera de tijd om een portret in orde te maken. Voor de close-upportretten heb ik dan ook goed op het licht gelet en, indien nodig, de modellen meegenomen en gepositioneerd. Het was daardoor meer een interactie, terwijl de andere serie een documenterend karakter heeft.'
Reacties In vergelijking met de portretserie belicht Kumugara de beperkingen van de modellen op een subtielere manier. Gerbrand vindt deze serie dan ook toegankelijker, al heeft Kumugara wel een duidelijke sfeer en boodschap. 'Niet iedereen is dat gewend, dus mensen vinden het soms erg heftig.' Dat merkte hij ook tijdens een tentoonstelling van de Kumugara-serie. Gerbrand: 'En dat terwijl ik die als redelijk rustig beschouw. Ik ben wel blij dat het mensen wat doet, daarmee heb ik al een van mijn doelen bereikt. Er waren mensen die het erg heftig vonden, maar ik vond het ook fijn om te horen dat er mensen waren die zeiden dat ze, naarmate ze langer keken, heel veel moois zagen.' Als voorbeeld laat Gerbrand een portret zien van een meisje in een rolstoel. Met een vredige glimlach kijkt ze de toeschouwer recht aan. 'Heel veel mensen merkten niet op dat die band plat was', vertelt de enthousiaste fotograaf. 'Dat was voor mij een van de redenen om dat beeld te selecteren. Het is een hele liefelijke foto en het meisje is heel erg op haar gemak. Juist de details van de platte band en de volledig versleten voorwieltjes zijn heel typisch voor Rwanda; op zich klagen ze daar niet over. Zolang zij haar rolstoel heeft en zich kan bewegen, is het oké. Natuurlijk kan het beter, maar het is niet zoals in het westen, waar alles tiptop moet zijn.'
Foto © Gerbrand van Uytvanck
De camera als buffer
In principe gaat het met de gehandicaptenzorg in Rwanda goed, vindt Gerbrand. 'Natuurlijk kan het altijd beter, maar er is een basis en de mensen die er werken, doen dat met hart en ziel.' Hoe bijzonder de reis in Rwanda ook was, Gerbrand had bij thuiskomst niet meteen de behoefte om direct terug te gaan. Door zijn rol als fotograaf kan hij de ervaringen in Afrika gescheiden houden van zijn leven in België. 'Mijn camera werkt dan als een soort buffer, die de ervaring "spreidt". De heftigheid komt pas als ik achter mijn computerscherm zit, omdat ik het moment dan opnieuw beleef. Tijdens het maken van de foto zelf ben ik namelijk veel drukker bezig met het maken van het beeld, de compositie en de lichtval. Zo stel je de emotie eigenlijk een beetje uit; dat is soms goed en soms minder goed. Al met al heb ik veel geleerd, op menselijk vlak en op het gebied van tijd. Niet alles hoeft nu te gebeuren, al hoeft het van mij niet zo traag te gaan als soms in Afrika', voegt hij er lachend aan toe.
Toekomst
Gerbrand wil nu aan de slag als zelfstandig fotograaf. Om zich goed voor te bereiden op de toekomst koos hij ervoor om zo autonoom mogelijk te werken, zodat hij zijn project volledig eigen kon maken. Gerbrand: 'Als fotograaf moet ik het ook allemaal zelf gaan doen. De ngo betaalde mij niet, dus alles wat ze van mij krijgen is extra. Mijn foto's worden nu door de ngo gebruikt in hun boekjes en andere communicatie, dat vind ik erg fijn. Ik ben daar niet alleen geweest om foto's te maken en niets terug te geven. Het moet wel een nut dienen, anders kun je het net zo goed niet doen.' Gerbrand wil zijn kennis op het gebied van gehandicaptenzorg in het buitenland blijven verbreden. Ook wil hij voor ngo's werken, al blijft de link met het thuisland belangrijk. Zo was hij in augustus als delegatiefotograaf van team België mee naar de Special Olympics World Games in Los Angeles. 'De afwisseling tussen het westerse en de verruiming in het buitenland spreekt mij enorm aan.'
Kumungara
Vrij vertaald betekent Kumugara 'leven met een beperking' in het Rwandees. 'Het is natuurlijk een taal die compleet anders in elkaar zit dan Nederlands', aldus Gerbrand. 'Ik heb daar een aantal vrienden gemaakt en toen ik op zoek was naar een titel voor het project, vroeg ik hen naar een vertaling. Kumugara kwam qua betekenis het meest in de buurt van wat ik bedoelde. Het woord "(over)" heb ik zelf toegevoegd.'
DIGIFOTO Pro 3.2015
Dit interview komt uit DIGIFOTO Pro 3.2015 en is geschreven door Thomas Kouveld, fotografie door Gerbrand van Uytvanck. Je kunt deze editie (of andere voorgaande nummers) los bestellen voor €7,95 incl. verzendkosten (Nederland).