Beste of Five: Jansje Klazinga | interieurfotograaf

Redactie DIGIFOTO Pro 417

Een stoel, tafel en kast in een ruimte fotograferen, hoe ingewikkeld kan het zijn? Maar interieurfotografie is werken op de vierkante meter onder niet altijd de beste lichtomstandigheden. Jansje Klazinga (60), werkzaam voor toonaangevende woonbladen en architectenbureaus, oefent het vak zo’n twintig jaar uit. ‘Mijn passies zijn fotografie, interieurontwerp en design; de combinatie heet interieurfotografie.’

Tekst: Cees Visser

De grote meester en onlangs overleden Erwin Olaf, nam ooit de tijd om Jansje persoonlijk advies te geven over fotografie. Hij deelde fotografen in twee groepen in. De eerste groep bestaat uit technisch vaardige individuen die nog moeten leren om echt te ‘zien’; dit is een uitdaging die voornamelijk veel amateurs treffen, omdat het vermogen om te 'kijken' moeilijk aan te leren is. De tweede groep, waartoe Jansje Klazinga behoorde, bestaat uit mensen die een natuurlijk oog voor beelden hebben, maar technisch gezien nog wat achterlopen. Olaf geloofde dat technische vaardigheden in fotografie aan te leren zijn. Hij adviseerde Jansje om de Fotoacademie te bezoeken en veel tijd te besteden aan het bekijken van foto’s.

‘Olaf gaf me het beslissende duwtje’, vertelt Klazinga op een middag in haar woning in Amsterdam. Ze gaat terug naar 1998, het jaar dat ze twee avonden een workshop volgt bij één van de grootste fotografen van Nederland - en de ambitie ontwikkelt om zelf een carrière als fotograaf te beginnen. Ze vond dit opmerkelijk. Want wat had ze eigenlijk bij Olaf te zoeken? In hoeverre was zij nou eigenlijk een echte fotograaf? Jansje kon in die dagen bogen op ‘reiskiekjes’, foto’s geschoten tijdens haar trips naar onder andere Zuidoost-Azië, en een cursus hier en daar. Maar Olaf zag het goed. Zo kwam tijdens een leergang bij Fotogram aan het licht dat Jansje een prima ontwikkeld gevoel heeft voor kader, compositie en camerapositie, wat haar vervolgens op de Fotoacademie deed belanden. Ze werd toegelaten op basis van foto’s waarover ook Olaf enthousiast was. Jansje: ‘Ik kreeg bij mijn toelating wel te horen dat mijn ‘Aziëplaatjes’ leuk waren, maar dat ik nou maar eens moest proberen mijn eigen straat spannend in beeld te brengen. Want ja, Azië is exotisch, dus dat levert bij voorbaat knappe foto’s op.’

Geslaagd

Gevraagd naar met welke insteek ze aan de Fotoacademie begon, noemt Klazinga het blad Living, waarop ze destijds een abonnement had. Als ze voor dit tijdschrift zou werken, dan zou haar fotografieleven geslaagd zijn. Reportages, lifestylefotografie, daar wilde ze naar toe. Elke foto die ze maakte, moest een foto zijn die zo in genoemd tijdschrift kon. Pas op de academie kwam ze in de ban van interieurs, of meer precies hotel- en restaurantinterieurs. Klazinga, in een vorig leven werkzaam als communicatieadviseur, vertelt dat ze aanvankelijk geen bijzondere belangstelling voor interieurfotografie voelde, maar dat haar portfolio stilletjes volliep met interieurfoto’s. Pas tijdens haar examens aan de Fotoacademie viel op dat het vastleggen van interieurs op een lifestyleachtige manier haar goed afging. ‘Ik ving mensen in hun omgeving. Vorm was belangrijk, het lijnenspel. Maar het bijna gedwongen gebruik van een groot diafragma in donkere situaties, waarin ik in restaurants en hotels vaak belandde, bracht spanning in de beelden die te ver af stonden van echte interieurfotografie.’

Hoe heeft ze het pad bewandeld naar waar ze nu staat? Door consequent zelfvertrouwen uit te stralen. Jansje herinnert zich nog goed hoe ze, kort na haar afstuderen en een stage bij Quote, vol zelfvertrouwen Elle Wonen binnenstapte om haar portfolio te tonen. Dit initiatief werd gevolgd door een assertief telefoontje waarin ze vroeg of ze een prachtig huis mocht fotograferen dat ze in een modeshoot in een ander tijdschrift had gezien. In diezelfde periode benaderde ze ook VT Wonen, met het voorstel om foto’s van haar eigen sfeervol ingerichte huis te maken, evenals dat van haar buurvrouw, wiens huis identiek was qua structuur maar varieerde in inrichting. Klazinga: ‘Van een stylist kreeg ik de tip gewoon zelf te produceren en deze producties aan te bieden. Daarmee bleven dan ook de foto’s in mijn bezit. Zo ben ik in het circuit gekomen en zo is het eigenlijk nog steeds.’

Verona

Het lot bracht haar eerste opdracht van Living, een reisreportage in het pittoreske Verona, gesponsord door een reisorganisatie. De opdracht was om de bruisende opera daar vast te leggen, met al haar facetten: van straattafereel tot podiummagie. Dat was in 2004. Vandaag, bijna twee decennia later, is ze erkend als een gerenommeerde interieurfotograaf, wiens talent niet langer beperkt blijft tot Living, maar nu schittert in publicaties zoals Eigen Huis & Interieur en VT Wonen. Haar expertise strekt zich ook uit tot commerciële samenwerkingen met interieurarchitecten en ontwerpers.

Klazinga, nu vol ervaring, produceert ook zelfstandige projecten, die vaak buitenlandse reizen en samenwerkingen met stylingpartners inhouden. ‘De essentie van interieurfotografie is het creëren van binnenkijkers. Dit zijn inspirerende inzichten in interieurs die lezers inspireren en informeren over stijl en inkoopmogelijkheden,’ legt Klazinga uit. De focus van een 'binnenkijker' kan variëren; het kan gaan om de esthetische waarde in opdrachten voor architecten of om de functionaliteit en leefbaarheid in woontijdschriften.

De Amsterdamse fotograaf belichaamt haar passie voor interieurdesign, een interesse die flirt met architectuur en design, in haar werk en persoonlijk leven. Klazinga heeft zelfs een huis ontworpen waarin ze haar professionele inzichten en persoonlijke esthetiek heeft geïnjecteerd, een fysieke manifestatie van haar fotografische reis. Klazinga’s veelzijdige ervaring en diepe kennis maken haar nu een waardevolle consultant voor architecten.

Punctueel

Als het gesprek op vaardigheden komt, verrast ze met de opmerking dat ze nieuwsgierig naar mensen is en hoe ze wonen. ‘Dat helpt. Verder heb ik verstand van styling en ben ik punctueel en relaxed. Als er veel beeld gemaakt moet worden binnen afzienbare tijd, dan stijgt het stressniveau in een studio af en toe wel. Als ik dan ook nog eens gestrest zou zijn, dan is dat niet fijn.’ In technische zin, zo durft ze wel te zeggen, heeft ze een bijzonder goed gevoel voor licht. ‘Ik moet stylisten regelmatig vertellen dat ze ergens een laken omhoog houden of een reflectiescherm plaatsen’, zegt ze daarover. ‘Het is alsof ik dan aan het lesgeven ben, omdat zij niet snappen hoe dat werkt. Liever gebruik ik geen lampen, want die veroorzaken snel schaduwen – een drama voor interieurfoto’s. Bladen willen dat ook niet, dat ik met lampen werk. Bovendien kost het werken met lampen in de praktijk doorgaans meer tijd, hoewel ik die tijd ook met nabewerken kwijt ben.’

Wat ze zelf mooi aan haar interieurfoto’s vindt, is het tegenlicht. ‘Technisch natuurlijk heel onhandig, maar ik hou ervan dat er een soort randje om de onderwerpen ontstaat waardoor ze lijken te zweven.’ Ze vervolgt: ‘Het grootste probleem in interieurfotografie, zijn de contrastverschillen. Om die op te heffen, wil ik weleens een lampje buiten beeld plaatsen. Verder vertrouw ik op reflectieschermen. Dat zeg ik nu wel, en contrasten zijn een Photoshop-dramaatje, maar stiekem ben ik gek op een beetje contrast in een interieurfoto.’ 

Thuis neemt Jansje veelal de laatste foto van een serie binnen een shoot om te bewerken. ‘Een vijfsterrenfoto? Dat weet ik al op locatie al. Die beelden ben ik vervolgens nog een halve dag tot een dag aan het nabewerken. Nee, ik ben geen professioneel beeldbewerker, maar ik weet hoe ik mijn doel moet bereiken. Wat ik vaak doe, is twee of meerdere foto’s over elkaar heen leggen; dezelfde beelden, zelfde camerastandpunt, maar met verschillende belichting of zelfs verlichting. Dan ontstaat een foto die technisch helemaal niet kan, maar wel bijzonder is. Het is spelen met licht.’ De stylisten die ter plekke zijn, snappen vaak niet wat Jansje uit moet halen om dat voor elkaar te krijgen. ‘Dat is het lastigste van interieurfotografie, steeds zoeken naar de juiste belichting. Je zou kunnen zeggen: gebruik high dynamic range om contrasten in een interieur op te heffen. Maar dat werkt voor mij niet, het heeft niet de juiste lichtbalans en is te onrealistisch. De tools van high dynamic range, maar bijvoorbeeld ook Photoshop AI, zijn niet wat ik nodig heb. Tenminste, ik heb het nog niet gevonden.’

‘Met deze foto kreeg ik een PANL-nominatie in 2004, wat de start van mijn carrière een heel leuke boost gaf. Dit beeld trof ik aan toen ik uit de lift stapte van een voormalig kantoorgebouw aan de Ring A-10 west in Amsterdam. Op weg naar een paar studenten die het pand tijdelijk anti-kraak bewoonden. Ik moest er foto’s maken voor een jongerenmagazine. Daar begon mijn fascinatie voor het ongewone.

 

‘Buiten is soms ook interieur. In dit geval wel heel speciaal. Een zeer high-end ingerichte woning gemaakt op de bovenste etage van een voormalig bankgebouw dat heel dichtbij de kerk staat. Binnen gaat buiten verder waardoor dit beeld niet mag ontbreken in een serie over het interieur. Wel je oren dicht als de klokken slaan!’

 

‘Ook met onscherpte kun je architectonische details uitlichten. Hoe prachtig is deze verzameling van rechthoeken die eindigen in het plafondhoge houten raamkozijn? Tijdens mijn studie aan de Fotoacademie werd mijn interesse in onscherpte als vanzelfsprekend gewekt doordat ik in vaak duistere ruimtes van hotels bijvoorbeeld, met een grote diafragmaopening moest werken. Daarna leerde ik het overal toe te passen. Maar wel alleen als het iets toevoegt.’

 

‘Soms dwingt een interieur je tot keuzes maken. Zoals in deze splitlevel woning met ook halve etages. Hoe zijn de ruimtes met elkaar verbonden? Als er zoveel lijnen ‘weglopen’ dan moet je er eentje kiezen die houvast geeft. Dit huis inspireerde me overigens ook bij de bouw van mijn eigen huis.’

 

‘Een detail geeft ook informatie over het interieur. En dan hou ik er erg van om een uitsnede te maken die maar een klein deel van de ruimte in beeld brengt. Deze is dus zo gemaakt en niet later uitgesneden. Mijn compagnon/stylist noemt dat een echte Jansje-foto. Daar heb ik er veel van zul je begrijpen.’

 

Best of Five?

In de rubriek The Best of Five staan vijf foto’s van een bekende Nederlandse fotograaf centraal. De vijf beelden gelden als kantelmomenten of mijlpalen in de carrière van de maker in kwestie - en geven daarmee blijk van een ontwikkeling. Of het zijn simpelweg de ‘beste’ vijf foto’s ooit gemaakt door de hoofdrolspeler.

 

 

Dit is een artikel uit DIGIFOTO Pro 5.2023. Lees hem nu digitaal: DIGIFOTO Pro 5.2023

afbeelding van Bryan Oosenbrug

Redactie DIGIFOTO Pro | Redactie

Bekijk alle artikelen van Redactie